2,1-2,5 Flashcards
LEARN
1
Q
grootmacht
A
machtig land
2
Q
symbool
A
iets met een bepaalde betekenis
3
Q
wereldlijk
A
niet-godsdienstig
4
Q
concurrent
A
iemand die hetzelfde wil
5
Q
Europese expansie
A
uitbreiding van activiteiten van Europeanen buiten Europa vanaf omstreeks 1500
6
Q
hindoeïsme
A
oosterse godsdienst van de hindoes indiaan oorspronkelijke bewoner van Amerika
7
Q
inheems
A
afkomstig uit het gebied zelf
8
Q
Indië
A
Europese naam voor Zuidoost-Azië
9
Q
ontdekkingsreis
A
zoektocht naar onbekend gebied
10
Q
Oost-Indië / de Oost
A
Indië, Zuidoost-Azië
11
Q
Nieuwe Wereld
A
Amerika
12
Q
Oude Wereld
A
Europa, Azië en Afrika
13
Q
driehoekshandel
A
handel tussen Afrika, Amerika en Europa
14
Q
europeanisering
A
verspreiding van de Europese cultuur buiten Europa
15
Q
kapitaal
A
groot bedrag aan geld