1e semester Flashcards
Humane wetenschappen
menswetenschappen = geheel van wetenschappen die alles wat het resultaat is van menselijke activiteiten bestuderen
VB. psychologie, sociologie, economie, etc…
Psychologie
Studie van het menselijk gedrag
VB. Bestudering van de ontwikkeling van studenten op de unif
Cognitief
wat het functioneren van het verstand betreft
VB. gedachtengang
Emotioneel
= affectief
= gedrag gemotiveerd door affectie en emotie
VB. iemand helpen doordat je medeleven voelt
Fysiek
Met betrekking tot het lichaam, lichamelijk
VB. Elke week heb ik 2 keer voetbaltraining.
Fysiologisch
wat de biochemische en elektrische activiteiten binnen in de mens betreft
VB. De hormonen die vrijkomen wanneer je verliefd bent.
Mentaal
Geestelijk
VB. Ik ben verliefd en denk constant aan die persoon
Moreel
= ethisch
= wat te maken heeft met ideeën over goed en slecht
VB. Is het wel goed als ik dit koop als ik weet dat de mensen die dit hebben moeten maken dit hebben moeten doen in slechte werkomstandigheden?
Nature
Aangeboren en erfelijke eigenschappen die het individu al van in de baarmoeder meekrijgt
VB. Temperament en DNA
Normen
Concrete gedragsregels die aangeven hoe we ons in een bepaalde situatie moeten of niet mogen gedragen.
VB. Na een voetbalwedstrijd moeten wij altijd handjes geven aan de tegenpartij uit respect.
Nurture
eigenschappen die het individu meekrijgt via de omgeving: opvoeding, onderwijs, cultuur
VB. Het onderwijs leert je om beleefd te zijn.
Ontwikkelingspsychologie
Studie van de ontwikkeling van mensen doorheen hun leven.
VB. ontwikkeling van adoloscenten.
Sociaal
Met betrekking tot de omgang met
andere mensen
VB. Ik spreek gemakkelijk mensen aan op feestjes.
Waarden
abstracte, algemene richtlijnen die uitdrukken wat in een samenleving als
goed en waard om na te streven wordt beschouwd.
VB. rechtvaardigheid, punctualiteit, etc.
Coping
De manier waarop mensen met hun problemen omgaan.
VB. Als ik stress heb, dan spreek ik af met mijn vrienden om te ontspannen.
Emotie
Een kortdurende en intense reactie op een prikkel die we belangerijk vinden en die aanleiding geeft tot een bepaald gedrag.
VB. Ik voel mij blij als ik mijn vriendinnen zie waardoor ik naar hen toe zal rennen en hen een knuffel zal geven.
Identiteit
De manier waarop we onszelf definiëren en beschrijven
VB. Ik behoor tot de klasgroep 4HW4b wat een deel uitmaakt van mijn sociale identiteit.
Motivatie
De innerlijke kracht die een individu stimuleert tot een bepaald gedrag.
VB. Ik voel mij gemotiveerd om wekenlijks te gaan dansen omdat ik dat graag doe.
Persoonlijkheid
Verzameling van stabiele en unieke psychische (innerlijke) en gedragsmatige (uiterlijke) kenmerken, waardoor iemand zich in de loop van
zijn of haar leven op een min of meer gelijkaardige manier gedraagt.
VB. Mijn actieve copingstrategie is een onderdeel van mijn persoonlijkheid.
Persoonlijkheidspsychologie
Studie van de persoonlijkheid
VB. ‘Hoe ervaren studenten motivatie tijdens de examens?’
Veerkracht
Het vermogen om stress en
tegenslagen te verwerken.
VB. Als ik stress of een tegenslag heb probeer ik eerst tot rust te komen en dan het probleem op te lossen.
Zelfbeeld
= zelfconcept
= kennis die we over onszelf hebben
VB. Ik weet van mezelf dat ik soms wat te enthousiast kan overkomen.
Sociale psychologie
De tak van de psychologie die zich
bezighoudt met gedachten, gevoelens en
gedrag die beïnvloed worden door relaties
met anderen.
VB. Hoe komt het dat iemand in een cult terecht komt?
Collectivitisch
Wanneer men het belang van de groep boven dat van het individu stelt.
VB. Peruaanse cultuur, Chinese cultuur
Cultuur
Gedeelde levenswijze van een groep
VB. Westerse cultuur
Individualistisch
Wanneer men het belang van het individu boven dat van de groep of gemeenschap stelt.
VB. Amerikaanse cultuur, Canadese cultuur
Institutie
maatschappelijk systeem dat waarden realiseert en doorgeeft van de ene
generatie op de volgende
VB. In mijn gezin worden wij altijd aangeleerd om beleefd en ordelijk te zijn.
Rolgedrag
Het gedrag dat je op basis van je positie en je rol stelt.
VB. Ik participeer niet elke dag of match mee.
Sociaal handelen
elke handeling gericht op of beïnvloed door anderen
vb. peer pressure, liefde
Socialisatie
het langdurig proces waarbij een individu een cultuur aangeleerd krijgt
om zo te kunnen functioneren in de
gemeenschap.
VB. Ik ben gesocialiseerd in de westerse cultuur.
Sociale positie
Plaats die we innemen binnen de groep of samenleving. Deze kan verworven of toegewezen zijn.
VB. Ik ben een zus van Alina, dit is een toegewezen sociale positie.
Sociale rol
Verwachtingen van anderen in een groep of samenleving over de manier waarop iemand een sociale positie vervult.
VB. Als ploeggenoot wordt er van mij verwacht dat ik frequent kom trainen en matchen.
Sociologie
De wetenschappelijke studie van het sociaal handelen evenals de daaruit voortgekomen patronen en structuren in hun ontstaan, voortbestaan en veranderen.
VB. De verschillende interacties tussen verschillende soorten culturen bestuderen.
Controleerbaar
als andere wetenschappers het onderzoek herhalen, bekomen zij dezelfde resultaten
Empirisch
in de werkelijkheid getoetst en bewezen
bv. Dat de aarde rond de zon draait is bewezen.
Kritisch
durven beoordelen of de informatie klopt en of de beweringen juist zijn
Mensenkennis
= pre-wetenschappelijke kennis
= kennis vanuit het gezond verstand die iedereen heeft over mensen, verzameld door dagelijkse ervaringen.
VB.tegengestelde karakters trekken elkaar aan
Objectief
Bepaald door feiten, niet bevloed door eigen gevoel/vooroordelen
VB. Als je iets wilt onderzoeken is het beter om iets te kiezen waar je nog niets over weet
Onderzoeksmethode
Een specifieke benadering om data te
verzamelen en te analyseren, zodat men de
onderzoeksvraag kan beantwoorden.
VB. Interview
Systematisch
ordelijk en samenhangend volgens een systeem
Wetenschappelijke kennis
Geheel van kennis gebaseerd op systematisch onderzoek (objectief, controleerbaar, kritisch, empirisch)
VB. psychologie, sociologie, biologie, chemie, fysica, etc…
Protowetenschap
= voorwetenschappelijke kennis
= kennis die (nog) niet wetenschappelijk onderzocht is
Populaire wetenschap
Wetenschappelijke inzichten die ‘vertaald’ zijn voor een groot publiek, waardoor nuances vaak verloren gaan en de waarheid soms geweld wordt aangedaan.
Pseudowetenschap
= theorieën en opvattingen die worden voorgesteld alsof ze wetenschappelijk zijn, terwijl dat niet het geval is
Personal bias
Mensen laten zich leiden door hun persoonlijke voorkeuren, opvattingen en ideëen
Confirmation bias
Neiging om vooral aandacht te hebben voor informatie die een mening bevestigt
Barnum effect
De neiging van mensen om vage en algemene uitspraken (bijv. horoscopen) als specifiek en persoonlijk van toepassing te beschouwen.
Cherry picking
Manier van infromatie en date representeren, die vooral bij pseudowetenschappelijke kennis wordt toegepast en waarbij de informatie dat de stelling bekrachtigd wordt gebruikt, maar nadelige resultaten niet.
Correlatie
Een statistische maat die aangeeft in welke mate twee variabelen samenhangen, zonder dat het een oorzakelijk verband impliceert.