1.B.6 - HC.8 Respiratoire zuurbase regulatie Flashcards
eupneu
regelmatig patroon van in en uitademen
dyspneu
ademnood
apnea
ademstilstand
apneusis
lange, diepe inademing, korte uitademing
Cheyne Stokes
onregelmatig, heel snel ademhalen, daarna weer langzaam, dan weer snel etc.
Wat wordt er geregeld bij ademhaling
ademhalingsdiepte
ademhalingsfrequentie
afwijkende ademhalingspatronen voorbeelden
hyperventilatie
- meer CO2
- lagere pH
- acidose
hyperventilatie
- minder CO2
- pH hoger
- alkalose
perifere chemosensoren, waar?
aortaboog
a. carotis communis
wat voor cellen zitten in de perifere chemosensoren?
glomus cellen
anoxia
zuurstoftekort
wat gebeurt er in de glomus cellen bij anoxia?
gaan harder vuren
Wat gebeurt er in de glomus cel als de pO2 omlaag gaat?
- eiwit zorgt ervoor dat het kaliumkanaal minder goed open gaat staan (meer kalium in de cel)
- Vm wordt hoger (dekpolarisatie)
- Calcium stroomt de cel in
- neurotransmitters worden afgegeven
- signaal doorgegeven aan centraal systeem
Wat gebeurt er in de glomus cel bij een hoge pCO2?
- remt kaliumkanalen
- meer kalium in de cel
- calcium de cel in
- neurotransmitters vrijgegeven
waarvoor is een glomus cel (perifere chemosensor) vooral gevoelig?
- met name O2
- ook CO2 en pH
- snelle feedback
Waar bevinden zich de centrale chemosensoren?
hersenstam
- in de buurt van de medulla
Waarvoor zijn de centrale chemosensoren gevoelig?
- met name CO2 en pH
- ook O2
door welk proces kunnen centrale chemosensoren CO2 waarnemen?
diffusie
- langzamer!
2 typen reacties zenuw (centrale chemosensor)
- sneller vuren
- langzamer vuren
Waarom kan een centrale chemosensor sneller of langzamer gaan vuren bij een verhoogde CO2 spanning
heeft te maken met hoe de respons op gang komt
- er is een groep cellen die inhalerend werken en een groep cellen die exciterend werken
- inhiberend en exciterend komen bij elkaar
- dit leidt tot een vervolgrespons
central pattern generator (CPG)
deel in het brein dat bepaalt of je ventilatie omhoog of omlaag gaat
waar bevinden zich de kernen die de activiteit van de ademhaling regelen
medulla
- automatisme
pons
- ontvangt perifere info
- vrijwillige component
2 groepen in medulla
Dorsale respiratoire groep (DRG)
Ventrale respiratoire groep (VRG)
waarvoor zijn DRG en VRG verantwoordelijk?
ritmogenese
waarvoor zijn DRG met name verantwoordelijk?
inademen
- activeert diafragma
- passief inademen
waarvoor zijn VRG verantwoordelijk?
inademen
- externe intercostaalspieren
- actief inademen
uitademen
- interne intercostaal spieren
- actieve uitademing
wat gebeurt er bij schade onder de medulla?
apneu, direct dood
Wat gebeurt er bij schade tussen de pons en de medulla?
medulla werkt nog, pons werkt niet meer
- fine tuning uit de pons ontbreekt
- onregelmatige ademhaling
Wat gebeurt er bij schade hoog in de pons?
- medulla kan goed werken, pons kan invloed uitoefenen
- sensorische info uit n. IX en X kan worden verstoord –> onregelmatige ademhaling
Wat gebeurt er bij schade middenin de pons?
- medulla heeft nog steeds pacemaker effect
- pons kan nog steeds invloed uitoefenen
- sensorische info valt weg –> lange inademing, uiteindelijk expiratie (apneusis)