1B3 Flashcards
Waar leidt CT nodulair patroon naar
perilymfatisch, willekeurig of centrilobulair
Waar leidt reticulair patroon naar
streepjes, grof en fijn
waar leidt consolidaties/matglas naar?
verhoogde densiteit en bij emfyseem en cysten verlaagde densiteit
wat zie je bij acute interstitiele pneumonie?
consolidaties en progressie naar fibrose
wat zie je bij cryptogene organiserende pneumonie?
perifere of peribronchovasculaire consolidaties
wat zie je bij fibrose op CT
honeycombing en tractie bronchiectasieen
wat zie je bij non specifieke interstitiele pneumonie? nsip
basale troebeling en tractie bronchiectasieen
hoe heet het als er geen duidelijk agens is gevonden voor EAA
cryptogene EAA
Wat is er pathologisch te zien bij EAA (3)
- lymfocyten (cellulaire interstitiele pneumonie)
- granulomen
- cellulaire bronchitis
waarmee bestrijd je EAA op korte termijn?
prednison
hoe stel je de diagnose EAA
BAL (>20% lymfocytose), positieve anamnese, CT-scan
wanneer hoor je crepitaties?
- Je hoort het open gaan van de alveoli
interstitiele longaandoeningen, pneumonie (scherp geluid) en longoedeem
wanneer hoor je rhonchi?
- obstructie of verdikte bronchuswanden
astma, copd, bronchitis
Wanneer hoor je pleurawrijven
longemobolie of pleuritis
waaruit kan aanvullend onderzoek bestaan?
spirometrie, diffusiebepaling, compliantiemeting