19 literaire termen Flashcards

1
Q

alliteratie

A

de gelijkheid van beginmedeklinkers bij twee of meer woorden die dicht bij elkaar staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

anafora

A

de herhaling van een tekstelement aan het begin van een opeenvolgende zinnen of versregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

antithese

A

het dicht bij elkaar geplaatst staan van inhoudelijke tegengestelde begrippen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

asyndeton

A

de opeenvolging van twee of meer tekstelementen zonder verbindingswoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

chiasme

A

de kruisgewijze plaatsing van grammaticaal en of inhoudelijk tekstelementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

climax

A

een reeks van tenminste drie tekstelementen met een steeds sterker wordende inhoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dichterlijk meervoud

A

in poëzie: het gebruik van een meervoud van een zelfstandig naamwoord wat een enkelvoud begrepen moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

enallage

A

de verbinding van een bijvoeglijk naamwoord met een ander zelfstandig naamwoord dan waarbij het qua betekenis bij past

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

enjambement

A

het doorlopen van een syntactische eenheid voorbij het einde van een versregel, waarbij niet meer dan twee woorden van de syntactische eenheid op de volgende versregel staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

eufemisme

A

de weergave van een negatief geladen begrip door een verzachtende aanduiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

homerische vergelijking

A

een vergelijking waarbij het “beeld” uitvoerig wordt uitgewerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hyperbaton

A

de uiteenplaatsing van woorden die een grammaticale eenheid vormen, de eenheid wirdt onderbroken door een tekstelement dat niet bij de woordgroep hoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly