18. Kinderrechtenverdrag Flashcards

1
Q

wat is het IVRK?

A

Het internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer is de tekst van het kinderrechtenverdrag vast gesteld en wat was het doel?

A

in 1989, het doel was wereldwijd de positie van de jeugdigen te verbeteren door ook aan kinderen mensenrechten toe te kennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe wordt de jeugdige gezien in het verdrag?

A

als een mens in ontwikkeling die beschermd en ondersteund dient te worden in deze ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een voordeel en een nadeel van de tekst?

A

V: bewust zo geschreven dat veel landen er mee kunnen instemmen
N: in vrij algemene termen geschreven en daardoor ruimte geeft voor eigen interpretaties door verschillende landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 voorbehouden heeft ons land gemaakt bij het ondertekenen?

A
  • jongeren die nog geen 18 zijn hebben geen recht op een uitkering en voorzieningen van de sociale zekerheid
  • geen strikte scheiding tussen strafrecht voor minder en meerder jarigen.
  • deze is inmiddels opgelost. Ging om de garantie dat minderjarigen niet als dienstplichtige of vrijwilliger in het leger betrokken kunnen worden bij oorlogshandelingen. In NL: vanaf 16 in het leger, mar pas vanaf 18 ingezet bij gevechtshandelingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 4 kernbepalingen van het verdrag?

A
  1. het recht om in gelijke gevallen, gelijk behandeld te worden (art 2)
  2. de verplichting om het belang van het kind de eerste overweging te laten zijn (art 3)
  3. het recht op leven en ontwikkeling naar volwassenheid (art 6)
  4. het recht om gehoord te worden (art 12)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat houdt ad 1. gelijke behandeling in?

A

geen onderscheid tussen kinderen op basis van ras, huiskleur godsdienst, handicap, geboorte etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat houdt ad. 2 belang van het kind in?

A

richt zich tot overheden, particulieren en publieke instellingen etc. en zegt dat de belangen van de kinderen de eerste overweging moeten zijn. De belangen dienen dienen zwaar te wegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is het kritiek punt op ad. 2?

A

Wat is er dan in het belang van het kind?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe legt het VN comité dit uit?

A

artikel 3 zou rechtstreeks werking moeten hebben op alle verdragslanden. over de invulling van ‘het belang van het kind’ zijn nauwelijks algemene aanwijzingen te geven. Het gaat altijd om een afweging van verschillende factoren. . Alle belangen die in het spel zijn moeten concreet worden benoemd, pas daarna krijgt het belang van het kind een duidelijke invulling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houdt ad 3. recht op leven en ontwikkeling in?

A

de lidstaten erkennen het recht op het leven van ieder kind en zij waarborgen ;in de ruimst mogelijke mate’ de ontwikkeling van het kind. zij garanderen ook dat ze deze ontwikkeling zullen bevorderen en dat ze kinderen zullen beschermen als dat voor een onbelemmerde ontwikkeling nodig is. hoe dit wordt ingevuld verschilt van land op land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat houdt ad 4. recht om gehoord te worden in?

A

lidstaten bevorderen dat kinderen zich vrijelijk een mening kunnen vormen en deze altijd kunnen uiten. De lidstaten dienen aan deze mening van het kind ‘passend belang te hechten in overeenstemming met zijn leeftijd en rijpheid’. Zit geen minimumleeftijd aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat staat er in artikel 5 en wat komt daarmee tot uitdrukking?

A

de staten moeten de verantwoordelijkheden en rechten en ;plichten van een ouder respecteren, ouders zijn als eerste verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat staat er in artikel 9?

A

het recht om als kind op te groeien bij je ouders, om niet tegen de wil van de ouders van en gescheiden te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer is gedwongen scheiding mogelijk?

A

Gedwongen scheiding is mogelijk, maar alleen als het in het belang van het kind is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat bevat de combinatie van artikel 5 en 9

A

een belangrijke boodschap voor de jeugdzorg. Ouders moeten gerespecteerd worden, en het overnemen van hun taken/rollen dient in zorgvuldige beslissing gedaan te worden.

17
Q

welke twee taken ziet het verdrag voor de overheid?

A

de taak als vangnet (grijpt pas in als de ouders zodanig tekort schieten dat de ontwikkeling wordt bedreigd) en de taak als ondersteuner (bijv. opvoedingsondersteuning, voldoende kwaliteit van gezondheidszorg en onderwijs)

18
Q

wie controleert of de landen zich aan het verdrag houden?

A

het Comité voor de Rechten van het Kind in Geneve. Het bestaat uit 18 deskundigen op het terrein van kinderrechten die door de lidstaten gekozen worden.

19
Q

Hoe beoordeelt dit comité of de landen zich aan het verdrag houden?

A

1x in de 5 jaar schrijven zij een rapport, waarin verslag wordt gedaan over wat er is gebeurd in de wetgeving en en beleid om het kinderrechtenverdrag uit te voeren.

20
Q

Wat is de basis van het rapport?

A

De aanbevelingen van het vorige rapport. deze beveiligen zijn openbaar.

21
Q

Waarom moet de invloed van het comité niet worden onderschat ook al zijn zij geen rechter en hebben ze geen bevoegdheid?

A

hun aanbevelingen zijn openbaar. Bij forse schending ligt er dus een hoge druk om te verbeteren.

22
Q

waar hebben de aanbevelingen van het comité toegeleid in ons land?

A
  • het verbod op geweld in de opvoeding
  • instelling van de kinderombudsman
  • wijziging in beleid dat minderjarigen niet mee mogen doen aan gevechtshandelingen.
23
Q

waar bestaat een verdrag uit

A

afspraken die landen met elkaar maken

24
Q

wat is rechtstreekse werking?

A

meestal kunnen burgers niet rechtstreeks rechten verlenen aan een verdrag en hun overheid daar op aanspreken. Soms is dit wel het geval –> burgers en instellingen kunnen een recht uit een verdrag bij hun overheid opeisen.

25
Q

wat is een kinderombudsman?

A

een onafhankelijke instelling dat de rechten van het kind uit het kinderrechtenverdrag in ons land aan de orde stelt.

26
Q

wat doet de kindrombudsman?

A
  • helpt jeugdigen als hun rechten geschonden worden, - adviseert gevraagd en ongevraagd de regering, de tweede kamer en andere beleidszaken
  • doet op basis van signalen uit de samenleving onderzoek naar structurele problemen van kinderen
27
Q

wat kan iemand doen als die vindt dat het kinderrechtenverdrag geschonden wordt?

A

een klacht indienen bij de kinderombudsman.

28
Q

wat zijn de eisen aan deze klacht?

A

moet te maken hebben met schending van de kinderrechten. Het kind mag nog geen 18 zijn ten tijde van de klacht.

29
Q

wat kent de kinderombudsman naast klachten (gaat over individueel geval) nog meer?

A

signalen. als de indiener hem attent wil maken op mogelijke structurele misstanden waardoor de kinderrechten worden geschonden.