16e en 17e eeuw Flashcards

1
Q

klacht van een minnaar

A

de klachten van een minnaar over zijn geliefde over dat zij of hij bijv ver weg is of ongeïnteresseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

renaissance

A

de wedergeboorte van de kunst en cultuur van de klassieke oudheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

emblematiek/embleem

A

het toevoegen van illustraties bij teksten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

motto, pictura en subscriptio

A

de 3 onderdelen van een embleem: opschrift, afbeelding en uitleg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

analogiedenken

A

overeenkomst maken tussen de afbeelding en de diepere betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

petrarkisme

A

de navolging van de liefdespoëzie van Petrarca , liefdessonetten en aanbidding van geïdealiseerde maar onbereikbare vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

onbereikbare liefde

A

kenmerk van petrarca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

petrarca

A

italiaanse dichter en prozaschrijver fie de grondlegger was van het humanisme tijdens de renaissance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sonnet

A

een veertienregelig metrisch gedicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

14 regels

A

een kenmerk van sonnet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

maarten luther

A

duitse monnik, theoloog en reformator die kritiek had op de katholieke kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

95 stellingen

A

de lijst die maarten luther op de kerkdeur timmerde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

reformatie

A

een beweging in de 16e eeuw tegen de misstanden binnen de katholieke kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

protestantisme

A

een hervormingsbeweging binnen het christendom die zich verzette tegen een gecorrumpeerd rooms-Katholieke kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Karel V

A

keizer van voormalig heilig roomse rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

filips II

A

zoon karel v

17
Q

willem van oranje

A

leider van de opstand in de nederlanden

18
Q

antropocentrisch

A

de mens staat centraal

19
Q

humanisme

A

herontdekking van het denken van de klassieke oudheid. menselijke waardigheid en zelfontplooiing komen centraal te staan

20
Q

P.c. Hooft

A

nederlandse dichter tijdens renaissance

21
Q

klassieke tragedie

A

een treurspel

22
Q

aristotelische tragedie

A
  • 5 bedrijven
  • eenheid van tijd (binnen 24 uur)
  • eenheid van plaats (1 plek)
  • eenheid van handeling (1 verhaallijn)
    -ondergang van een hooggeplaatst persoon
23
Q

retorisch-didactische tragedie

A
  • 5 bedrijven
  • geven van een morele les
  • geen echte structuur
  • personages zijn oppervlakkig uitgewerkt
24
Q

komedie

A

blijverhaal
- lagere klassen hoofdrol
- taal meer spreekbaar
- happy end

25
Q

voorbeelden komedie

A

“wurens” hooft en “spaansche brabander” bredero

26
Q

klucht

A
  • kort
  • grappige situaties
  • personages vaak afkomstig uit lagere klasse
  • primaire levensdriften spelen geen rol
27
Q

translatio

A

1e stap ik verhouding van klassieke literatuur en eigendom, vertaling

28
Q

imitatio

A

2e stap, navolging

29
Q

aemulatio

A

3e stap, verbetering

30
Q

belerend

A

uit de hoogte

31
Q

vermakend

A

amuserend

32
Q

taalspel

A

spelen met de taal

33
Q

utile et duce

A

nuttig en leerzaam

34
Q

strijdliteratuur

A

kritiek op katholieke kerk en/of maatschappij

35
Q

het wilhelmus

A

15 coupletten, willem van nassov, een acrostichon

36
Q

proza

A

literair taalaanbod waarbij de versleer geen rol speelt en dat ook geen versregels kent.

37
Q

poezië

A

de kunst van dichten