Kennisclips Flashcards

1
Q

Premissen

A

Hetgeen we vooronderstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Conclusie

A

Hetgeen we concluderen van de premissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Deductief argument

A

De waarheid van de premissen garandeert de absolute waarheid van de conclusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Inductief argument

A

De waarheid van de premissen geeft een goede reden om aan te nemen dat de conclusie juist is, maar garandeert dit niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar gaat redenering fout (3x)?

A

1) Confirmation bias (voorkeur voor bevestiging)
2) Correlatie & bevestiging
3) Probabilities (waarschijnlijkheden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Falsificatie

A

Observatie dat de theorie onjuist is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Falsifieert

A

De staat van de theorie dat heeft aangetoond dat het onjuist is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Paradigma

A

Alle theorieën, concepten, methoden die een wetenschappelijke discipline als vanzelfsprekend beschouwt en die het onderzoek in die discipline aansturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Anomalie

A

Probleem binnen paradigma wat wetenschappers tot heden niet kunnen oplossen.

iets dat buiten de normale wetten valt –> wetenschappers slagen er niet in een verklaring te vinden voor een bepaald fenomeen; of ze doen observaties die niet passen bij hun theoretische verwachtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Incommensurabiliteit

A

Gebrek aan vergelijkbaarheid op basis van een neutrale standaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hegels wet

A

Elk stadium in de geschiedenis is een logisch vervolg op het voorafgaande stadium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Synthesis

A

In de synthese de thesis en de antithesis is opgelost.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dialectiek

A

Ontwikkeling in het patroon van thesis - antithesis - synthesis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Class

A

Groep in de maatschappij die een specifieke rol speelt in de productie en eigendom van materiele dingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Communisme

A

Een maatschappij zonder klassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Foundation

A

Iets dat sommige van uw beweringen rechtvaardigt, maar op zichzelf geen rechtvaardiging nodig heeft.
- Moraal statement waarbij je geweten de basis is voor het moraal.

17
Q

Genealogy (Nietzsche)

A

Onderzoek naar de oorsprong van onze waarden waaruit blijkt dat die waarden het resultaat zijn van gebeurtenissen die ons respect niet waard zijn

18
Q

2 aanvallen van het postmodernisme

A

1) Aanval op foundations
2) aanval op het idee dat er een waarheid is

19
Q

Correspondentietheorie van de waarheid (wie + wat)

A

Richard Rorty: een zin is alleen waar wanneer het beschrijft wat er feitelijk gebeurt.
- De kat is op de tafel.

20
Q

Universalisme

A

Het idee dat alle (groepen) mensen gelijk zijn en dat het daarom niet uitmaakt wie je bent.