Kennisclips Flashcards
Premissen
Hetgeen we vooronderstellen
Conclusie
Hetgeen we concluderen van de premissen
Deductief argument
De waarheid van de premissen garandeert de absolute waarheid van de conclusie.
Inductief argument
De waarheid van de premissen geeft een goede reden om aan te nemen dat de conclusie juist is, maar garandeert dit niet.
Waar gaat redenering fout (3x)?
1) Confirmation bias (voorkeur voor bevestiging)
2) Correlatie & bevestiging
3) Probabilities (waarschijnlijkheden)
Falsificatie
Observatie dat de theorie onjuist is.
Falsifieert
De staat van de theorie dat heeft aangetoond dat het onjuist is.
Paradigma
Alle theorieën, concepten, methoden die een wetenschappelijke discipline als vanzelfsprekend beschouwt en die het onderzoek in die discipline aansturen.
Anomalie
Probleem binnen paradigma wat wetenschappers tot heden niet kunnen oplossen.
iets dat buiten de normale wetten valt –> wetenschappers slagen er niet in een verklaring te vinden voor een bepaald fenomeen; of ze doen observaties die niet passen bij hun theoretische verwachtingen.
Incommensurabiliteit
Gebrek aan vergelijkbaarheid op basis van een neutrale standaard.
Hegels wet
Elk stadium in de geschiedenis is een logisch vervolg op het voorafgaande stadium.
Synthesis
In de synthese de thesis en de antithesis is opgelost.
Dialectiek
Ontwikkeling in het patroon van thesis - antithesis - synthesis.
Class
Groep in de maatschappij die een specifieke rol speelt in de productie en eigendom van materiele dingen.
Communisme
Een maatschappij zonder klassen.