141 t/m 160 Flashcards
1
Q
To increase
A
Verhogen, vergroten
2
Q
To go abroad
A
Naar het buitenland gaan
3
Q
To guard
A
Bewaken
4
Q
To hesitate
A
aarzelen
5
Q
To ignore
A
Negeren
6
Q
To improve
A
Verbeteren
7
Q
To include
A
Omvatten, insluiten
8
Q
To indicate
A
Aangeven
9
Q
To inherit
A
Erven
10
Q
To inheritance
A
Erfenis
11
Q
To investigate
A
Onderzoeken
12
Q
Involded
A
Erbij betrokken
13
Q
To join
A
Zich voegen bij
14
Q
To lack
A
gebrek hebben aan
15
Q
To mean
A
Bedoelen