1.4 de cognitieve ontwikkeling Flashcards

1
Q

linker helft brein

A

belangrijk vr taal, schrijven, lezen. details waarnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

rechterhelft brein

A

emoties merken, ruimtelijk inzicht, onthouden, creatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

neuren

A

cellen in zenuwstessel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

cognitieve ontwikkeling

A

hoe het kind brein werkt, leren, denken en begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sensomotorische fase

A

leren via zintuigen, in mond doen 0 tm 2j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pre operationele fase

A

2 tm 7j ik vorm. leren tellen/verglijken/toepasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

concreetv operationale denkwijse

A

7/12j logisch denken, rekenen, communiceren,onderschijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

formeel operationeel denken

A

vanaf 12j. abstracht denken en redenering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

executieve functie

A

maakt mogelijk om besllisingen te nemen, impulsen beheren, focussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

responsinhibitie

A

impuls beheren. nadenken dan pas doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

emotie reguluatie

A

emoties en gedrag onder controllen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

werk geheugen

A

geheugen aanzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

metacognitie

A

evulatie op eigen gedrag, gezichtuidrikingen. sociale regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

taakinitatie

A

helpt je direct starten aan taak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

EF

A

executieve functies. werken, spelen, lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

creatieve ontwikkeling

A

vermogen van het kind om fantasie prikkelen en gebruiken

16
Q
A