1.4 Begrippen Flashcards
Aarddraad
Een koperdraad met groengeel gestreepte isolatie die de rand van het stopcontact verbindt met een pin die in de aarde in geslagen
Aardlekschakelaar
Voorziening die de stroomsterkte in de fasedraad vergelijkt met de stroomsterkte in de nuldraad. Als het verschil groter wordt dan 30 mA, dan schakelt de aardlekschakelaar de stroom uit. Er kan dan geen stroom meer weglekken.
Contactweerstand
De weerstand op de plaatsen waar stroom het lichaam in- of uitgaat
Dubbele isolatie
Manier van isoleren waarbij twee lagen isolatie worden aangebracht: rond de onderdelen waar de stroom doorheen loopt en aan de buitenkant van het apparaat
Groepszekering
Voorziening die de stroom uitschakelt als de totale stroomsterkte in die groep hoger wordt dan 16 A
Installatieautomaat
Een elektronische groepszekerig. Als de installatieautomaat de stroom uitschakelt, klapt het hefboompje om.
Lichaamsweerstand
De mate waarin een lichaam stroom geleidt