1.4 Flashcards

1
Q

akkerbouw

A

plantaardig voedsel verbouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

conintuiteit

A

als er iets niet of bijna niet veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

economie

A

manier om aan voedsel en aan andere dingen te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

landbouw

A

akkerbouw en veeteelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

landbouwrevolutie

A

ontstaan van landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

landbouwsamenleving

A

samenleving waarin mensen in dorpen leven van landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

revolutie

A

grote verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

veeteelt

A

fokken en houden van tamme dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

werktuig

A

voorwerp waarmee je iets doet of maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zelfvoorzienend

A

voor zich zelf zorgend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly