1.4 Flashcards
1
Q
akkerbouw
A
plantaardig voedsel verbouwen
2
Q
conintuiteit
A
als er iets niet of bijna niet veranderd
3
Q
economie
A
manier om aan voedsel en aan andere dingen te komen
4
Q
landbouw
A
akkerbouw en veeteelt
5
Q
landbouwrevolutie
A
ontstaan van landbouw
6
Q
landbouwsamenleving
A
samenleving waarin mensen in dorpen leven van landbouw
7
Q
revolutie
A
grote verandering
8
Q
veeteelt
A
fokken en houden van tamme dieren
9
Q
werktuig
A
voorwerp waarmee je iets doet of maakt
10
Q
zelfvoorzienend
A
voor zich zelf zorgend