1.3 begrippen Flashcards

1
Q

Grootheid

A

Een eigenschap die je kunt meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Massa

A

Massa geeft aan hoe zwaar iets is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volume

A

Volume is de hoeveelheid ruimte die een stof inneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aantal

A

Het aantal van de grootheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Meetinstrument

A

Je gebruikt dit wanneer je een grootheid wil meten. Voor verschillende grootheden gebruik je verschillende meetinstrumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eenheid

A

De maat waarmee je een grootheid meet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorvoegsel

A

Symbool voor eenheid om grote of kleine waarden weer te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Schaaldeel

A

Een schaaldeel is de waarde tussen twee streepjes op de schaalverdeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Meetbereik

A

De maximale waarde die je met een meetinstrument kunt meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Analoge meetinstrument

A

Bijv. een horloge met wijzers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Digitale meetinstrument

A

De meetwaarde lees je af op een display.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onderdompelmethode

A

Methode om het volume van een onregelmatig voorwerp te meten, door het in een vloeistof te dompelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly