1.3 Flashcards

1
Q

massabeweging

A

het langs een helling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

puinhelling

A

helling die bestaat uit verbrokkeld gesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

erosie

A

de uitschurende werking van stromend water, wind of ijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

grind

A

door rivierwater afgeronde stenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gletsjer

A

ijsmassa’s die langzaam naar beneden bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

firnbekken

A

komvorming gebied in de bergen waar zich sneeuw ophoopt en in ijs wordt omgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

fjord

A

een U-vorming dal dat is volgelopen met zeewater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zand

A

de kleine korreltjes gesteente die nog met het blote oog te zien zijn en ontstaan door verwering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

klei

A

microscopisch kleine korreltjes ontstaan door verwering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bovenloop

A

het begin van de rivier, oftewel het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

middenloop

A

middelste deel van de rivier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

benedenloop

A

laagste deel van een rivier bij de monding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

laagvlakte

A

vlak gebied met een hoogte onder de 500 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sedimentatie

A

proces waarbij korrels blijven liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

estuarium

A

trechtervormige riviermonding onstaan als gevolg van een sterke getijdenwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zandbank

A

ondiepe plaats in zee

17
Q

strand

A

de grens tussen land en water waar zand zich ophoopt

18
Q

aanslibbingskusten

A

kust waarbij aangroei plaatsvindt door materiaal dat de zee en rivieren aanvoeren

19
Q

duin

A

door de wind opgewaaide zandheuvel

20
Q

sedimentgesteente

A

gesteente dat ontstaat wanneer lagen sediment worden samengeperst

21
Q

zandsteen

A

sedimentgesteente uit samengeperst zand

22
Q

schalie

A

sedimentgesteente uit samengeperst klei