13-09-2024 Flashcards
Voorbereiden eerste les
1
Q
dónde has estado de vacaciones este verano
A
Waar ben je op vakantie geweest deze zomer
2
Q
algo desconocido
A
iets onbekends
3
Q
adivinar
A
raden
4
Q
hij begrijpt de code niet
A
no entiende el código
5
Q
Heb je een goede vakantie gehad?
A
¿Has tenido unas buenas vacaciones?
6
Q
we hebben een huis in de bergen gehuurd
A
alquilamos una casa en las montañas
7
Q
we zijn bij het albarinho festival geweest
A
fuimos al festival del albarinho
8
Q
ken je dat?
A
¿la conoces?