12.1 Stroom en spanning Flashcards
Gesloten stroomkring
Een stroomkring die helemaal uit geleidende delen bestaat zodat de stroom erdoor kan lopen.
Voorbeeld gesloten stroomkring in auto:
Bijvoorbeeld achterruitverwarming, een geleidende verbinding van de accu naar de achterruitverwarming en terug.
Soorten schakelaars in bijvoorbeeld auto
gewone schakelaar ( blijft aanstaan als als je hem indrukt)
drukschakelaar (zoals de claxon, die veert gelijk terug als je hem loslaat)
Bekijk afbeelding 2 hoofdstuk 12
Een auto heeft een auto-accu, te vergelijken met een oplaadbare batterij, zo’n accu kan een tijdlang een constante spanning leveren, hoe noem je dat?
Gelijkspanning
Een accu heeft een —- pool en een —–pool
pluspool en minpool
Hoe loopt de stroom in een accu
De stroom loopt altijd van plus naar min.
diode
schakelonderdeel dat de stroom maar in 1 richting doorlaat ( en de stroom in de andere richting tegenhoudt)
led
light emitting diode
een diode die licht uitzendt
Hoe moet je een led aansluiten
Je moet een led aansluiten in de doorlaatrichting, anders werkt ze niet, om je te helpen hebben de aansluitpoten van een led verschillende lengtes. Als je de lange poot met de plus verbindt met de kortste met de min loopt de stroom in de juiste richting door de led.
Een auto kan niet onbeperkt elektrische energie leveren. Daarom heeft een accu ook een …..
dynamo
Hoe werkt dynamo
Als de auto rijdt wordt er door de dynamo elektrische energie opgewekt. met die elektrische energie wordt de accu al rijdend opgelaten. Daardoor hoeft de accu bij verstandig gebruikt nooit leeg te raken.
capaciteit accu
Eigenschap van een spanningsbron, waarmee je de gebruikstijd kunt berekenen als de stroomsterkte bekend is.
formule capaciteit
capaciteit = stroomsterkte x tijd
C = I.t
C=capaciteit in ampere
I= de stroomsterkte in ampere
t=de gebruikstijd van de batterij in uren
elektrisch vermogen
De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde opneemt.
formule elektrisch vermogen
vermogen=spanning x stroomsterkte
P= U . I
P= elektrisch vermogen van het apparaat
U=de spanning over het apperaat in volt
I=de stroomsterkte door het apparaat in ampere