12; Skelet Flashcards

1
Q

angina tonsillaris

A

tonsillitis (onsteking keelamandel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ankylose

A

gewricht
vergroeing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

artritis

A

onsteking gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

artritispsoriatica

A

auto-immuun; combi psoriasis/chronische onstekingen in gewrichten handen/voeten/elleboog/knie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

artritis urica

A

jicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

artrose

A

slijtage gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

atrofie

A

verschrompeling weefsel/orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

callus

A

nieuw weefsel dat na botbreuk breukvlakken verbind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

chrondrosarcoom

A

kwaadaardige tumor vanuit kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

collumfractuur

A

botbreuk dijbeenhals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

compressiefractuur

A

breuk, bot word samengedrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

corpus liberum

A

los stuk kraakbeen/botweefsel dat door gewricht zweeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dislocatie

A

verplaatsing, verschuiving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

distorsie

A

verstuiking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fissur

A

barst in bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fixeren

A

onbeweeglijk vastzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

fractuur

A

botbreuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hematoom

A

bloeduitstoring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

heupluxatie

A

uit de kom schieten heupkop

20
Q

hydrops

A

abnormale vochtophoping gewricht/lichaamsholte

21
Q

(hyper)kyfose

A

(overmatig) voor-achter waartse kromming wervelkolom

22
Q

(hyper)lordose

A

holle rug, (overmatig) voorwaarte kromming wervelkolom

23
Q

impressiefractuur

A

breuk, platte bot drukt naar binnen

24
Q

laesie

A

wervelbeschadiging

25
Q

luxatie

A

ontwrichting

26
Q

meniscus

A

halvemaanvormig kraakeen kniegewricht

27
Q

osteomyelitis

A

ontsteking beenmerg

28
Q

osteoporose

A

botontkalking

29
Q

osteosarcoom

A

kwaadardige tumor botweefsel

30
Q

polytrauma

A

meerdere levensbedreigende verwoningen

31
Q

pseudartrose

A

vals gewricht; vorming gewrichtsactige structuur na slechte genezing breuk

32
Q

rachitis

A

engelse ziekte; vertraagde verbeneding kinderen door gebrek vit. D

33
Q

regeneratie

A

herstel

34
Q

reponeren

A

terugplaatsen

35
Q

reumatoïde artritis

A

chronische onsteking gewrichten/bindweefsel met misvormingen

36
Q

ruptuur

A

weefsel scheuring

37
Q

sarcoom

A

kwaadaardige tumor vanuit steun/tussen weefsels, weke delen

38
Q

schedelbasisfractuur

A

botbreuk onderste gedeelte hersenschedel

39
Q

scoliose

A

zijwaartse kromming wervelkolom

40
Q

spina bifida

A

open rug; aangenoren, wervels niet goed gesloten

41
Q

syndroom van Tietze

A

pijn tussen ribben/borstbeen, een/meer kraakbeenverbindingen

42
Q

trauma

A

letsel

43
Q

trauma capitis

A

hoofdletsel

44
Q

traumatologie

A

geneeskundig specialisme mbt trauma afwijkingen

45
Q

ziekte van Bechterew

A

ontstekingsreuma, gewrichten in bekken/wervelkolom verstijven.