1.1 tm 1.5 Flashcards

1
Q

Wat is een waarde

A

Iets wat je belangrijk vind in het leven, Het is iets wat jeugdraad voor heel veel mensen wilt en een lange tijd, het eindigd vaak op heid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een belang

A

Is iets waar je voordeel mee hebt, iets op her korte termijn en voor jou en je doelgroep, je moet altijd een stap verder denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 4 basiswaarden

A

Vrijheid, gelijkheid, welvaart, cohesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is vrijheid

A

De mogelijkheid om keuzes te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een anarchie

A

Een land met te veel vrijheid zonder baas en je kan doen wat je wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is gelijkheid

A

Mensen hetzelfde behandelen en dezelfde rechten geven en kansen bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is emancipatie

A

Het krijgen van gelijke rechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is eenvormigehid

A

Er mogen op geen enkele wijze verschillen zijn tussen mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is discriminatie

A

Dan word de een onterecht beter behandeld dan de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is cohesie

A

Dit betekent dat mensen zich verbonden voelen met elkaar en bezig houden met elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar komt cohesie voor

A

Kerken,verenigingen,scholen,feestdagen,evenementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sociale druk

A

Je moet constant bij een groep horen en jezelf aan de groepsregels houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een gepolariseerde wereld

A

Wereld waar we met elkaar in conflict zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welvaart

A

Jezelf kunnen voorzien in jouw basisbehoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 kenmerken voor maatschappelijk probleem zijn:

A

1- actoren hebben verschillende meningen over het probleem
2- er hebben veel actoren mee te maken
3- de overheid speelt een rol of zou dat moeten spelen

17
Q

Op welke 2 manieren kan je je waarden of belangen realiseren?

A

Strijd,debat