1.1.: Het Italiaans Dat Je Al Kent

Question 1

cliccare sul mouse
klie-ka-re soel mouse

Answer 1

klikken met de muis

Question 2

lo zapping
lo dzap-pieng

Answer 2

zappen

Question 3

pizza
piet-tsa

Answer 3

pizza

Question 4

pasta
pas-ta

Answer 4

pasta

Question 5

spaghetti
spa-get-ti

Answer 5

spaghetti

Question 6

tortellini
tor-tel-lie-ni

Answer 6

tortellini

Question 7

mozzarella
mot-tsa-rel-la

Answer 7

mozzarella

Question 8

espresso
es-pres-so

Answer 8

espresso

Question 9

cappuccino
kap-poet-tsjie-no

Answer 9

cappuccino

Question 10

tiramisù
tie-ra-mie-soe

Answer 10

tiramisu

Question 11

amore
a-mo-re

Answer 11

liefde

Question 12

avanti
a-van-ti

Answer 12

Kom binnen!
Kom op!
Schiet op!

Question 13

bambino
bam-bie-no

Answer 13

jongen (jonger dan 12 jaar)

Question 14

bambina
bam-bie-na

Answer 14

meisje (jonger dan 12 jaar)

Question 15

ragazzo
ra-ga-dzo

Answer 15

jongen (ouder dan 12 jaar)

Question 16

ragazza
ra-ga-dza

Answer 16

meisje (ouder dan 12 jaar)

Question 17

bravo
bra-vo

Answer 17

goed gedaan (tegen 1 man)

Question 18

brava
bra-va

Answer 18

goed gedaan (tegen 1 vrouw)

Question 19

bravi
bra-vi

Answer 19

goed gedaan (tegen een groep met minstens 1 man)

Question 20

brave
bra-ve

Answer 20

goed gedaan (tegen een groep vrouwen)

Question 21

ciao
tsjau

Answer 21

hallo
dag

Question 22

scusi
skoe-zie

Answer 22

neem me niet kwalijk
sorry
(je zegt dit tegen mensen dat je niet kent of met u aanspreekt)

Question 23

scusa
skoe-za

Answer 23

neem me niet kwalijk
sorry
(tegen mensen dat je kent en kinderen)