1 - Pediatrische neurochirurgie Flashcards
Wat is de belangrijkste functie van CSV?
Schokdemping.
Wat is hydrocefalie?
Een verstoring van de balans tussen de aanmaak en de afvoer van CSV ten nadele van de afvoer.
Welke vorm van hydrocefalie is het meest voorkomend?
Communicerende hydrocefalie (84%), gevolgd door obstructieve hydrocefalie (16%).
Hoeveel bedraagt de aanmaak van liquor per dag? Welk effect heeft dit op drainage?
Er wordt een halve liter per dag aangemaakt (halve milliliter per minuut). De afvoer moet maal 4 zijn, dus 2L per dag.
Wanneer kan overproductie van CSV aan de oorzaak van hydrocefalie liggen?
Bij een gezwel van de choroïdale plexus, wat de belangrijkste bron van hersenvocht is.
Waaruit bestaat de behandeling van hydrocefalie?
- Obstructieve vorm: kijkoperatie om obstructie op te heffen
- Communicerende vorm: altijd shuntplaatsing
Bespreek de kliniek van hydrocefalie.
Zuigelingen komen praktisch nooit acuut in de problemen. Ook bij kinderen kan het silentieus verlopen gezien de schedelnaden nog niet volledig dichtgegroeid zijn, maar daardoor krijgen ze wel een groot hoofd. Bij volwassenen kan er al op enkele uren inklemming optreden.
Welke shunt wordt het meest gebruikt: de ventriculo-atriale shunt of de ventriculo-peritoneale shunt?
Ventriculo-peritoneale shunt.
Op welke leeftijd ligt het intracraniële volume vast?
5-6 jaar.
Wanneer sluiten de fissuren?
- Suturen: 18-24 maand
- Posterieure fontanel: 2-3 maanden
- Anterieure fontanel: 13-24 maand
Komt craniosynostose meer voor bij jongens of meisjes?
Jongens.
Hoe wordt de diagnose van craniosynostose gesteld?
Enkel klinisch! Ter bevestiging kan wel een echografie gedaan worden. Een MRI wordt enkel gedaan om uit te sluiten of er ook afwijkingen zijn aan de hersenen. CT is absoluut niet nodig. Fundoscopie kan gedaan worden om te kijken of er al intracraniële hypertensie is.
Wat zijn de drie meest voorkomende craniosynostosen?
- Scaphocefalie: sluiting sagittale sutuur
- Trigonocefalie: sluiting metopische sutuur
- Coronale plagiocefalie: sluiting uni-coronale sutuur
Hoe ziet het hoofdje eruit bij een scaphocefalie?
De schedel zal niet in de bipariëtale richting kunnen groeien door een sluiting van de sagittale sutuur. Er zal dus een vernauwde bipariëtale diameteer zijn en frontal bossing en occipital bullet shape doordat groei enkel in een voor-achterwaartse as mogelijk is. Het hoofdje krijgt een bootvorm.
Hoe zal het hoofdje eruit zien bij een trigonocefalie?
De metopische sutuur is dicht, waardoor patiënten een puntig voorhoofd krijgen en een bifrontale afvlakking. Ook is er hypotelorisme en een ondiepe oogkas door retractie (proptosis).
Hoe zal het hoofdje eruit zien bij een coronale plagiocefalie?
Er is een sluiting van 1 van de 2 coronale suturen. Hierdoor zal de neusbasis naar de pathologische kant getrokken worden en zal de oogkas te hoog en te ondiep zijn aan de aangetaste kant.
Hoe zal het hoofdje bij een brachycefalie eruit zien?
Hierbij zijn beide coronale suturen vroegtijdig gesloten. De bipariëtale diameter zal toegenomen zijn en de antero posterieure diameter fors afgenomen. Er is bilaterale proptose en hypertelorisme. Ook zal de ICP stijgen.
Hoe kan je het onderscheid maken tussen een craniosynostose en een positionele plagiocefalie?
De bimastoïdale as zal parallel zijn met de as van het voorhoofd, de afstand tragus-laterale ooghoek zal symmetrisch zijn en de bimastoïdale as zal symmetrisch zijn met de biorbitale as en de nasale as zal loodrecht staan op deze 2.
Moet een craniosynostose behandeld worden?
Een monosuturale afwijking moet niet geopereerd worden, een multisuturale afwijking wel.
Wat is het optimale tijdstip voor chirurgie bij craniosynostose?
Een monosuturale afwijking wordt gecorrigeerd op 4 maand, een multisuturale afwijking op 6-8 maand.
Wat is de meest gevreesde perop complicatie bij herstel van een craniosynostose?
Bloedverlies. Bloed wordt altijd klaargehouden, op voorhand wordt ook al type and screen gedaan.
Andere complicaties zijn zeer zeldzaa.
Wat zijn klachten van spina bifida?
Pijn in de benen, vermoeidheid in de benen, mictiestoornissen, defecatiestoornissen, pijn op niveau waar ruggenmerg verankerd is, geen druk kunnen verdragen op de rug. Uitwendig kan men een aantal afwijkingen zien, zoals hirsutisme, littekenachtige huidafwijkingen, uitstulpingen, inkepingen, vasculaire malformaties,…
Welke mictiestoornissen kunnen patiënten met spina bifida ondervinden?
Neurogene blaas: slappe detrusor en hypertone sluitspier sfincter. Daardoor krijg je overloopincontinentie, stuwing van de nieren (pyelonefrose) met uiteindelijk zware, levenslange nierinsufficiëntie indien niet op tijd ingegrepen wordt.
Welke defecatiestoornissen kunnen patiënten met spina bifida ondervinden?
Colonale en rectale atonie met gedaalde peristaltiek, met als gevolg impactie en fecalomen met overloopincontinentie.