1. Introduction Flashcards
FLOAT
kommagetal
STR
tekst
BOOL
logische waarde, “juist” of “fout”
upper()
Hoofdletters
INT
geheel getal
replace(x, y)
X met Y vervangen
==
Om gelijkheid te meten, je krijgt als antwoord juist of fout
!=
Om ongelijkheid te meten, je krijgt als antwoord juist of fout
and
Beide uitkomsten moeten juist zijn
or
Een van de uitkomsten moet juist zijn
in
Of getal in list of string of array staat
not
Uitkomst is juist als het fout is
not in
Of getal niet in list of string of array staat
print(mijn_lijst[2:])
Waarde 2 tot einde van mijn lijst
print(mijn_lijst[:3])
Van begin tot waarde 3 van mijn lijst
mijn_lijst.remove(30)
Verwijder 30 uit de lijst
mijn_lijst.append(60)
Voeg 60 toe aan het einde van de lijst
print(len(mijn_lijst))
Geef weer hoeveel items mijn lijst bevat
mijn_lijst.insert(2, 25)
Voeg item 25 toe als 3e getal (index begint bij 0)
Wat is de output: print(mijn_lijst[1:4]
Met als waarde: mijn_lijst = [10, 20, 30, 40, 50]
Output: [20, 30, 40]
Wat is de output: print(mijn_lijst[-4:-1])
Met als waarde: mijn_lijst = [10, 20, 30, 40, 50]
Output: [20, 30, 40]
Wat is de output: print(mijn_lijst[0:5:2]
Met als waarde: mijn_lijst = [10, 20, 30, 40, 50]
Spring elke 2 items
Output: [10, 30, 50]
Wat is de output: print(mijn_lijst[::-1])
Met als waarde: mijn_lijst = [10, 20, 30, 40, 50]
Lijst omdraaien
Output: [50, 40, 30, 20, 10]
array.shape
Je geeft de vorm van de array weer
BV: Output: (2, 3) (2 rijen, 3 kolommen)
np.zeros((2, 3))
[[0. 0. 0.]
Maakt een array gevuld met nullen
Output:
# [[0. 0. 0.]
# [0. 0. 0.]]
np.ones((3, 2))
[[0. 0. 0.]
Maakt een array gevuld met enen
Output:
# [[1. 1.]
# [1. 1.]
# [1. 1.]]
np.random.rand()
Maakt een array gevuld met willekeurige getallen (tussen 0 en 1)
Willekeurige waarden
print(a @ b)
Matrixvermenigvuldiging a en b
print(a.T)
Matrix a transponeren
print(arr[1, 2])
Specifieke elementen uit een array ophalen
Output: 6 (tweede rij, derde kolom)
print(arr[:, 1])
Meerdere elementen tegelijk selecteren met :
Output: [2 5] (tweede kolom van beide rijen)
print(arr[0:2, 1])
Output: [2 5] (tweede kolom van de eerste twee rijen)
print(np.mean(arr, axis=0))
axis=0: Werkt kolom per kolom (over de rijen)
print(np.mean(arr, axis=1))
axis=1: Werkt rij per rij (over de kolommen)
