1. Inleiding Flashcards
1
Q
Wat is recht
A
- Geheel van bindende regels die ons in een bepaalde richting sturen door afdwingbaarheid via het staatsapparaat
- Doel is samenleving te ordenen
- Het recht vereist gezag
- Context-, tijds- en plaatsgebonden
2
Q
RECHT MOET DE SAMENLEVING ORDENEN EN IN STAND HOUDEN
A
- Staat niet los van sociale, politieke, filosofische en economische belangen
- bekrachtigt bestaande toestanden
- schept ook nieuwe toestanden
3
Q
Het recht vereist gezag
A
- Afdwingbaarheid door sanctie (boete, gevangenis)
- Taak van de rechterlijke macht
- Vandaag ook via bemiddeling, ipv uitspraak doen gaat een bemiddelaar een uitspraak doen in een situatie (goedkoper, sneller)
4
Q
Bronnen vh recht
A
- wet
- gewoonte
- rechtspraak
- rechtleer
- billijkheid
5
Q
Normen hierarchie
A
- Internationale verdragen en vorderingen
- De Grondwet
- Federale wetten, gemeenschaps- gewestdecreten
- Ordonnanties
- Wetkrachtige KB
- KB
- Besluiten en verordeningen vd deelstaatregeringen
- Ministeriele besluiten
- Provinciale en gemeentelijke reglementen
6
Q
Indeling vh recht
A
- Strafrecht (schending beroepsgeheim)
- Burgerlijk recht (huwelijk, afstamming, overeenkomsten)
- Bijzondere rechtstakken
I. Economisch recht
II. Sociaal recht
A. Arbeidsrecht
B. Socialezekerheidsrecht
III. Gezondheidsrecht (euthanasie) - Internationaal privaatrecht (internat. Huwelijk)
- Volkenrecht (mensenrechten, conflicten tss landen)
- Staatsrecht
7
Q
Wetgevende en bestuurlijke overheden (4 niveaus: W+U)
A
1. Federaal niveau W: Koning + parlement U: Koning + regering 2. Gemeenschaps en regionaal niveau W: parlementen v deelgebieden U: deelstaatregeringen 3. Provinciaal niveau W: provincieraad U: deputatie + gouvernour 4. Gemeentelijk niveau W: gemeenteraad U: college v burgemeester en schepenen
8
Q
Soorten rechtbanken
A
- Gewone rb (Vredegerecht / Politierechtbank)
- Rechtbank eerste aanleg:
I. Burgerlijke rechtbank
II. Correctionele rb
III. Familie rb
IV. Rb v koophandel
V. Arbeidsrb
VI. Arrondissementsrb - Hof van beroep / arbeidshoven
- Hof van Cassatie
- Buitengewone rb
I. Hof van Assisen
II. Militair gerechtshof - Admin rechtcolleges
I. Raad van state, rekenhof - Grondwettelijk hof
- Internationale rechterlijke instanties
9
Q
Advies verlening kan door
A
a. Advocaat
b. Notaris
c. Andere org.
10
Q
Wetgeving: waar te vinden en welke 2soort?
A
- Gerschreven regels in wetboeken
- Een wet in formele zin: naar vorm tot stand gekomen door tussenkomst van de wetgevende macht
- Een wet in materiële zin: Elke algemeen bindend voorschrift dat door een bevoegde overheid wordt uitgevaardigd ter bevordering vh algemeen welzijn
11
Q
Leg uit: Gewoonte
A
Een ongeschreven rechtregel:
- Algemeen geldend
- Duurzaam
- Openbaar
- Aanvaard
12
Q
Leg uit: De recthstpraak
A
- Het geheel v beslissingen vd verschillende rechtbanken en hoven.
- Een uitspraak is slechts bindend voor de partijen die bij de zaak betrokken zijn. Tegenstellend met een wet die een algemene draagwijdte heeft. - Een volgende rechter kan denken aan wat de vorige rechter heeft gezegd in een gelijke zaak voordien.
13
Q
Leg uit: Rechtsleer:
A
- Opvattingen van rechtsgeleerden dat terug te vinden zijn in cursussen, handboeken, artikelen,…
- De rol v rechtsleer ligt dus in de beïnvloeding van wetgeving en rechtspraak.
14
Q
Leg uit: Billijkheid
A
- Wat is (on)rechtvaardig.
- Soms wordt er in wetteksten verwezen naar de individuele billijkheid waar een rechter rekening mee moet houden als hij een individueel geval gaat beoordelen. Billijkheid is een bron van recht.
- Redelijkheid en billijkheid behelst de sociaal aanvaardbare normen zoals ze door het gewoonterecht, ongeschreven recht of algemene rechtsbeginselen zijn geformuleerd.
15
Q
Kenmerken Federale staat
A
- Parlementaire monarchie
- Rechtsstaat
- Democratie
Iedereen heeft grondrechten en vrijheden
(GZHszorg)