§1 Grondstoffen Flashcards

1
Q

Noem vier eigenschappen die alle metalen gemeen hebben

A

Ze glanzen nadat ze gepolijst zijn
Ze geleiden goed stroom en warmte
Ze kunne goed vervormd worden, zeker na verwarming
Ze kunne in vloeibare staat goed mengen met andere metalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werkt het metaalrooster?

A

De atomen laten hun buitenste elektron los die daarna vrij kan bewegen. Hoewel de elektron is losgelaten is er nog steeds een grote aantrekkingskracht tussen de negatieve elektron en het positieve metaaldeeltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een legering?

A

Een mengsels van 2 metalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat messing?

A

Koper en zink

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat brons

A

Kopen en tin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat soldeer

A

Lood en tin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat kwikzilver?

A

kwik en zilver

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat roestvrij staal?

A

Ijzer en chroom/nikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de vier soorten edele metalen?

A

Edel
Halfedel
Onedel
Zeer onedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn lichte en zware metalen?

A

Lichte metalen hebben een lage dichtheid en zware hebben een hoge dichtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voor welke vijf eigenschappen worden kunstogen gebruikt?

A
Waterdicht
Bestand tegen scheuren
Geleid slecht
Geen aantasting door de omgeving
De kleur is aanpasbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem vier nadelen van kunststoffen

A

Moeilijk te recyclen
Brandbaar
Word zacht bij hoge temperatuur
Niet biologisch afbreekbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn macromoleculen?

A

Hele grote moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit welke fractie komen macromoleculen?

A

De naftafractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan je kraken

A

Thermo en katalytisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat voor een verbinding omstaat er bij polymeriseren?

A

Een covalente verbinding

17
Q

Hoe noem je een polymeer die uit meerdere mono-meren bestaat?

A

Een CO-polymeer