1: Belangrijkste stromingen in psychologie (19e & 20e eeuw) Flashcards

1
Q

Structuralisme

A

Structuralisme is een benaderingswijze die ervan uitgaat dat niet-direct waarneembare of onbewuste structuren ten grondslag liggen aan alle sociale verschijnselen. Deze structuren zijn verzamelingen van de relaties tussen de elementen waaruit de sociale werkelijkheid is opgebouwd. (Titchener en Wundt)

Het structuralisme wil weten wat de geest is (uit welke structuren de geest bestaat). Structuralisme bestudeert bewustzijnsinhouden. Structuralisme probeert het bewustzijn in zijn bouwstenen te ontleden.

Besuwste waarnemingen zijn: gewaarwordingen, beelden en emoties

Te bereiken door introspectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functionalisme

A

Het functionalisme is een stroming die uitgaat van de veronderstelling dat sociale verschijnselen een bepaalde functie vervullen in de samenleving en dat sociale verschijnselen onderling samenhang vertonen.

Geinspireerd door Darwin

Waarom huilen we? Voor comfort, om anderen te laten weten dat we probleem hebben, om iets uit het oog te krijgen… –> bepaalde functie, doel

(Brentano en James) (ook Spencer, Darwin, Galton)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Chicago-functionalisten

A

John Dewey en James Rowland Angell

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Columbia-functionalisten

A

Edward Thorndike en Robert Sessions Woodworth

PS: Woodworth: S-O-R (stimulus-organisme-respons) bedacht en voorstander van dynamische psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functionalisme: John Dewey (Chicago)

A

“The reflex arc concept in psychology”
het is boek vol kritiek tegen de S-R-representatie van de reflexboog
Vg. Dewey bestaan stimulus, sensatie en respons wel tegelijk, maar het zijn niet noodzakelijk afzonderlijke gebeurtenissen
men kan het gedrag niet opsplitsen in reeks reflexbogen en reflexboog niet in S-R-verbanden

Een gedrag is doelgericht, adaptief geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functionalisme: James Rowland Angell (Chicago)

A

leerling van Dewey en James

doctoraat niet gekregen omdat hij geen taalcorrecties in Duits wou doen

toch tot professor genoemd in Chicaco

Werd centrale giruur in functionalisme door zijn boek met fucking lange titel:
“Psychology: An introduction study of the structure and function of the human conciousness”
zijn lezing bij American Psychological Association [APA]: “The province of functional psychology” ook belangrijk geweest voor functionalisme

Watson was zijn student

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Functionalisme: Edward L. Thorndike (Columbia)

A

BELANGRIJKSTE VAN 3 FUNCTIONALISTEN

pionier van gebruik van dieren in experimentele psychologie
“Animal intelligence: an experimental study of the associative processes in animals” (–> experimentele bevindingen over leerprocessen bij dieren)

vb. met kat in ‘‘puzzle box’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Law of effect

A

Responsen gevolgd door beloning (vrijheid, voedsel) worden versterkt en responsen gevolgd door straf worden geëlimineerd

(basisprincipe van operante conditionering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Overgang tussen 19e en 20e eeuw: Ongenoegen met structuralisme neemt toe, 2 nieuwe stromingen ontstaan. Welke en waar?

A

Europa: Gestaltpsychologie (tegen structuralisme van Wundt)

VS: Behaviorisme (tegen het structuralisme van Titchener)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gestaltpsychologie

A

De gestaltpsychologie is een stroming in de psychologie die stamt uit de jaren 1920 en 1930 in Europa en de Verenigde Staten. Het was een reactie op het structuralisme omdat daar aangenomen wordt dat perceptie bestaat uit een reeks afzonderlijke sensaties.

Gelooft dat het geheel van een object of patroon groter en belangrijker is dan zijn delen. De gestaltpsychologie moedigt ons aan om de geest en gedrag als een geheel te zien én te behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Twee soorten scholen van Gestaltpscyhologie?

A

Graz school in Oostenrijk:
Geheel is meer dan de delen. Gestalt als emenderende kwaliteit afhankelijk van objecten maar er bovenuit stijgend.
(Meinong, von Ehrenfels en Benussi)

Berlijn school in Duitsland:
Geheel is anders dan de delen. Gestalt als een op zichzelf staand geheel.
(Wertheimer, Koffka en Kohler)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Betekenis ‘‘Gestalt’’?

A

‘Gestalt’ is van origine een Duits woord dat wordt gebruikt om te praten over de manier waarop iets in elkaar steekt, vaak vertaald als de ‘vorm’ of het geheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gestaltpsychologie: Alexius Meinong (Graz school)

A

student van Brentano

werd professor filosofie in Graz en oprichter van Psychologisch Instituut

“Uber Gegenstandstheorie” –> maakt onderscheid tussen verschillende soorten dingen
vb. onderscheid dingen die echt, fysisch bestaan: paard
dingen met intentioneel bestaan: eenhoorn (object of thought)
Meinong’s jungle: opslagplaats van niet-bestaande objecten in de ontologie van Alexius Meinong.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

object of thought

A

Meinong: ding dat niet echt fysisch bestaat, maar waar je enkel over kunt denken
vb. roze olifant, eenhoorn…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gestaltpsychologie: Christian von Ehrenfels (Graz school)

A

student Brentano en Meinong in Graz

Goethee had reed eerder over Gestalten als over vormen die in natuur voorkomen en zichzelf organiseren tot orderlijke gehelen met globale kenmerken en symmetrie als evenwicht

MAAR von Ehrenfels introduceerde term Gestalt in de filosofie/psychologie toen hij “Uber Gestaltqualitaten” schreef

Het gaat over emergente eigenschappen die boven de elementaire gewaarwoordingen uitstijgen

vb. melodie = geheel van noten, maar is meer dan een som van die noten. Ook al speel je op andere toonhoogte, nog steeds herkenbare melodie (onderlinge relaties bewaard)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gestaltpsychologie: Vittorio Benussi (Graz school)

A

belangrijkste onderzoeken van Meinongs “Gegenstandstheorie”

introduceerde Gestaltpsychologie in Italie

promotor Musatti (invloed op Metelli en Kanizsa)

voelde zich niet thuis in Oostenrijk want was Italiaan (eigen accent)

hij emigreerde naar Italie, maar daar ook niet aanvaard omdat zijn publicaties in Duits waren

Pleegde ongelukkig zelfmoord :((

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gestaltpsychologie: Max Wertheimer (Berlijn school)

A

volgde cursussen filosofie bij von Ehrenfels

doctoreerde bij Oswald Kulpe met een soort leugendetector

hij publiceert artikel met rapportering van experimenten over speciale vorm van schijnbare beweging (apparent motion) –> enorme impact op Gestaltpsychologie

deze experimenten worden beschouwd als stat van Berlijnse school (veel radicaler dan Graz school)

het bestaan van schijnbare beweging was al langer bekend, maar hij omschreef phi motion

18
Q

phi motion

A

Het phi-fenomeen is een psychisch fenomeen van een schijnbare beweging voor het eerst beschreven door Max Wertheimer in de Gestaltpsychologie in 1912. Door een snelle opvolging van beelden lijkt het alsof iets beweegt.

Je kon waarnemingen hebben die niet gebaseerd waren op elementaire gewaarwoordingen, maar het ging okm Gestalt die niet enkel meer is dan som van de delen maar ook fundamenteel anders is dan de som van de delen.

Hij emigreerde daarna naar VS om Nazi’s te ontlopen (was Joods) en had invloed op Arnheim, Asch en Witkim door zijn seminaries.

Belangrijk boek: “Productive thinking”

19
Q

Gestaltpsychologie: Kurt Koffka (Berlijn school)

A

doctoraat over ritmeperceptie- en productie
uitdiepen van theoretische implicaties van Wertheimers ontdekking en uitbouw Gestaltrevolutie
+ uitwerking van de tegenstelling met de Graz school

“Principles of Gestalt Psychology” veel impact geleverd samen met zijn lezingen en seminaries

20
Q

Wolfgang Kohler

A

meer achtergrond in exacte wetenschappen
fysica en doctoraat over akoestiek

kende veel beroemde natuurkundigen zoals Einstein

bestudeerde apen: Mentality of apes

gaf apen op Tenerife complexe problemen: testte hun probleemoplossend denken adhv experimtenten
vb. kartonnen dozen, te korte stokken voor bananen buiten kooi

die apen kregen Aha Erlebniss (aha! ervaring)

“Die psysichen Gestalten in Ruhe und im stationaren Zustand” –> schrijft over echte dysische Gestalten in het brein, voorloper van huidige dynamische systeemtheorie

“Gestalt Psychology” –> algemeen-inleidend werk

21
Q

Aha Erlebniss

A

Een aha-erlebnis, letterlijk aha-ervaring, is een situatie waarin een persoon plotseling een nieuw inzicht verkrijgt. Vaak gaat het om het doorzien van een pro­bleem op het mo­ment dat al­ler­lei voor­heen los­se as­pec­ten in el­kaar blij­ken te pas­sen en zo een op­los­sing ge­bo­den wordt.

22
Q

Welke generatie Gestaltpsychologen meer succesvol?

A

Tweede generatie meer invloed dan Eerste.

23
Q

Waarom werd Gestaltpsychologie steeds minder dominant?

A
  • onderzoekers niet echt voet aan de grond in de VS
  • weinig mogelijkheden voor nieuw experimenteel onderzoek
  • belangrijke vertegenwoordigers stierven op jonge leeftijd
24
Q

Seriele reproductie

A

Psycholoog Bartlett, die zelf geen Gestaltpsycholoog was, heeft met zijn experiment aangetoond dat indien je een complex patroon mensen laat reproduceren een voor een, dat er steeds vervormingen optreden in de richting van een betere Gestalt. (vb. een gezicht)

Niet enkel visuele prikkels, ook gesproken of geschreven materiaal!

25
Q

Maluma-takete effect

A

Bestudeerd op Kohler op Tenerife

Dit fenomeen legt een niet-arbitraire mapping bloot tussen klank en vorm

rond/zacht versus hoekig/scherp

Niet duidelijk waarom het zo is, theorie:
* eenvoudige vorm van synesthesie

26
Q

Behaviorisme

A

Het behaviorisme is een stroming die zich uitspreekt over het onderzoeksdomein en de onderzoeksmethoden van de psychologie. Het behaviorisme is dus een filosofie achter de psychologie. Behaviorism is not the science of human behavior; it is the philosophy of that science.

–> exclusieve focus op stimuli en responsen

27
Q

Behaviorisme: Ivan Pavlov

A

Russisch fysioloog, Nobelprijs voor salivatie = speekselafscheiding bij honden

psychic reflex bij honden

28
Q

psychic reflex

A

Een psychische reflex is een automatische en onbewuste reactie of associatie die gemaakt wordt bij een onderwerp of prikkel waarmee men al vaker geconfronteerd is geweest.

vb. belletje –> voedsel –> speekselafscheiding

29
Q

Klassieke conditionering

A

Bij klassiek conditioneren wordt een prikkel, die een reactie oproept, tegelijk met een neutrale prikkel (die onder normale omstandigheden niet tot de reactie leidt) aangeboden. Dit gebeurt net zolang totdat de neutrale prikkel alleen uiteindelijk dezelfde reactie uitlokt.

Belangrijke vorm van associatief leren.

30
Q

Behaviorisme: John Broadus Watson

A

behaalde doctoraat bij Angell

Grondlegger van behaviorisme als school binnen de psychologie

Voorlal populair dankzij jongere generatie, deels door geloof in American Dream, iedereen gelijke kansen, iedereen kan het maken in het leven… (VS)

Je kunt van een kind iedereen maken, een dokter, rechter, dief, enzovoort als je die in de juiste omgeving zet (vg. Watson)

behavioristisch manifest: “Psychology as a behaviorist views it” –> interne, mentale toestanden van de mens zijn subjectief en dus niet wetenschappelijk te bestuderen

little Albert study: baby krijgt via klassieke conditionering schrik van een witte rat door verschijnen van de rat te koppelen aan luide slag
–> volgens Watson zijn dus alle psychologische functies reflexen in zekere zin

Boek: “Behaviorism”

31
Q

Welke 3 soorten reflexen bestaan er volgend Watson?

A

1) Emoties: interne activiteiten o.b.v. ongestreepte spieren, zijn erfelijk
2) instincten: o.b.v. gestreepte spieren en daardoor ook externe situatie mee in rekening nemend, zijn ook erfelijk
3) gewoonten (habits): aangeleerde respondwijzen in de vorm van aaneengeschakelde reflexpatronen

32
Q

Nature versus nurture debat (Watson)

A

Hoeveel van ons gedrag is aangeboren en hoeveel aangeleerd?

Nature aanhangers beweren dat eigenschappen vooral aangeboren zijn. Nurture aanhangers zijn er van overtuigd dat eigenschappen overwegend worden aangeleerd doorheen de tijd.

33
Q

Behaviorisme: B.F. Skinner

A

theoretisch geen grote vernieuwer
verfijnt methoden van Thorndike
maakt van puxxle box een skinner box (meestal voor duiven die graantje kregen)

hij werkt het principe van Law of effect uit als operante conditionering

Schreef “Walden Two” –> roman over utopische maatschappij o.b.v. gedragsmodificatieprogramma’s

34
Q

Operante conditionering

A

Operante conditionering of instrumenteel leren is het leerproces waarbij een respons in een bepaalde context gevolgd wordt door een bekrachtiger of bestraffer. Een bekrachtiger is elke gebeurtenis die de kans vergroot dat dezelfde respons in de toekomst weer zal optreden.

35
Q

Cognitieve psychologie

A

De cognitieve psychologie is de tak van de psychologie die zich met cognitie bezighoudt, dus met alle psychische processen die te maken hebben met zaken als begrip, kennis, herinneringen en geheugen, probleemoplossen en informatieverwerking. Het is een van de cognitiewetenschappen.

synoniem = informatieverwerkingstheorie

Geleidelijk ontstaan in Europa

36
Q

Twee soorten factoren die opkomst van cognitieve psychologie bepalen

A

1) Inhoudelijke ontwikkelingen in de psycho zelf
–> praktische noden tijdens WOII, signaatdetectie in ruis, psychoakoestiek, aandachtsproblemen bij radardetectie enz.
2) Ontwikkelingen in de computerwetenschappen

37
Q

Cognitieve psychologie: Donald O. Hebb

A

“The organisation of behaviour”: over de rol van organisatie i.p.v. atomische S-R-ketens die via associaties steeds langer worden

lanceerde het idee van: cell assemblies (voorloper van neutrale netwerken)

38
Q

cell assembly

A

De Hebbian-theorie is een neurowetenschappelijke theorie die beweert dat een toename van de synaptische werkzaamheid voortvloeit uit de herhaalde en aanhoudende stimulatie van een postsynaptische cel door een presynaptische cel.

39
Q

Cognitieve psychologie: Noah Chomsky

A

kritiek op “Verbal Behaviour” van Skinner

hij postuleerde aangeboren grammaticale categoriieen en aangeleerde cognitieve inhouden en cognitieve processen, zaken die voor behavioristen taboe waren.

40
Q

Test-operate-test-exit

A

De exit (beslissingspunt) is een weergave van de resultaten van de test. Wanneer er overeenkomst is (een match), eindigt de strategie. Wanneer er geen overeenkomst (mismatch) is, begint de strategie opnieuw van voor af aan.

41
Q

Belangrijke personen ivm ontwikkeling computers

A

Alan turing: Turing machine –> theoretische, abstracte voorloper van de computer
Shannon en Weaver: informatietheorie
Norbert Wiener: cybernetica (controletheorie)
John von Neumann: digitale computer en “computation”

42
Q

Cognitieve Revolutie

A

De cognitieve revolutie is het stadium waarin de verandering van het behaviorisme naar het cognitivisme plaatsvindt. Dit zorgde voor een transformatie in het paradigma van de psychologie in de Verenigde Staten en later in de rest van de wereld.

jaar: 1956, tijdens Symposium on Information theory (wetensch. congres)