1 | Begrippen | Jongeren Flashcards
Cultuur
Je spreekt van een cultuur wanneer mensen in een bepaalde groep of samenleving alle normen, waarden en gewoonten met elkaar delen.
Socialisatie
Socialisatie is het bewust of onbewust aanleren van normen, waarden en gewoonten die bij jouw groep of samenleving horen.
Nature-aanhangers
Nature-aanhangers denken dat bepaalde kenmerken aangeboren zijn.
Nurture-aanhangers
Nurture-aanhangers denken dat je de belangrijkste dingen aanleert of afleert.
Sociale controle
Er is sprake van sociale controle als mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt.
Sancties
Sancties zijn manieren waarop iemand laat merken of jij iets goed of fout gedaan hebt.
Internalisatie
Bij internalisatie zijn aangeleerde normen en waarden vanzelfsprekend gedrag geworden.
Identiteit
Je identiteit is de persoon die jij bent, gevormd door alle kenmerken die bij jou horen en je ervaringen.
Rolpatronen
Rolpatronen is gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten.
Gendernormen
Gendernormen zijn normen die ‘horen’ bij het man-zijn of het vrouw-zijn.
Genderneutraal
Genderneutraal betekent dat er helemaal geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen vrouwen en mannen.
Puberteit
De puberteit is de periode tussen kindertijd en volwassenheid.
Asociaal gedrag
Asociaal gedrag is geen rekening houden met anderen.
Groepsdruk
Groepsdruk is het gevoel dat je je moet aanpassen aan de gewoonten van de groep.
Generatieconflict
Een generatieconflict is een meningsverschil dat wordt veroorzaakt door een verschil in leeftijd.