1-4 Flashcards
Benedenloop
-laage deel van een rivier
-net voordat de zee instroomt
Bovenloop
-Bovenste deel
-Meestal in de bergen stroomt
Chemische Verwering
-Verwering waneer de samenstelling van gestente verandert door zuutstof en vocht
-Weathering when the composition of stone changes due to oxygen and moisture
Delta
-Nieuw land in zee
-Door sedimentatie
Duinen
Opgewaaide zandheuvels
Erosie
Schurende werking door water, zand of ijs
Schurende werking=causing damage or wear by rubbing, grinding, or scraping
Fossielen
Afdrukken of steenen van planten of dieren
Gemaal
Een pomp warmee polders droog worden gepomped
Gletsjers
Ijsmassas in hooggebergen die langzaam naar beden komen
Graniet
Stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes
Grind
Stenen afgerond door rivierwater
Hooggebergte
Een gebied die hoogger is dan 1500 meter
Jong Gebergte
Een gebergte met veel relief en hoge toppen
Kalksteen
samengeperste schelpen
Klei
-Microscopisch kleine korreltjes
-Ontstaan door verwering
Kunstmeest
Mest uit fabriek
Laagvlakte
-Vlak gebied
-Onder 500 meter
Magma
Vleoibaar gesteente onder de grond
Massabewegingen
Gesteente die naar bedenden beweegt door Zwartekracht
Mechanische Verwering
-Verwering waarbij gesteente afbrokkelt zonder de samenstelling ervan te veranderen
-Weathering in which rock crumbles without changing its composition
Middenloop
Middelste deel van het rivier
Oud Gebergte
Een berg met weinig relief en age toppen
Polder
Stuek land, omgeven door dijken
Relief
Hoogteverschillen in het landschap