1 Flashcards

1
Q

Wat is een epos?

A

Lang verhalend gedicht over historische of legendarische personen en gebeurtenissen. Goden spelen een grote rol.

Epos is een belangrijk genre in de literatuur, vooral in de Griekse en Romeinse traditie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie is Homerus?

A

Schepper van het epos, bekend van de Ilias en de Odyssee.

Homerus wordt vaak beschouwd als de grootste dichter van de oude Griekse literatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de hoofdthema’s van de Ilias?

A

50 dagen in het tiende jaar van de Trojaanse oorlog, met de focus op Achilles.

De Ilias behandelt thema’s van eer, woede en de gevolgen van oorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de Odyssee?

A

Een episch verhaal over de avonturen van Odysseus tijdens zijn terugkeer naar huis.

De Odyssee volgt de reis van Odysseus na de Trojaanse oorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent Hellenisme?

A

Een mengeling van Griekse en oosterse kunst en cultuur.

Hellenisme ontstond na de veroveringen van Alexander de Grote.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie was Ennius?

A

Een Romeinse dichter, ook wel ‘de alter Homerus’ genoemd.

Ennius wordt vaak gezien als de grondlegger van de Romeinse epiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is aemulatio?

A

De poging van de Romeinen om de Grieken te evenaren en te overtreffen.

Dit concept was belangrijk in de ontwikkeling van de Romeinse literatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de Metamorphosen?

A

Een bekend werk van Ovidius.

De Metamorphosen zijn een verzameling mythen en verhalen over transformatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie was Romulus?

A

De eerste koning van Rome.

Romulus wordt beschouwd als de stichter van Rome.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de Punische Oorlogen?

A

Drie oorlogen tussen Rome en Carthago, met Rome als uiteindelijke winnaar.

Deze oorlogen waren cruciaal voor de uitbreiding van Rome.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de twee politieke stromingen in de late republiek?

A
  1. populares; sociale hervormingen, 2. optimates; behoud van senaatsmacht.

Deze stromingen weerspiegelden de sociale en politieke spanningen in Rome.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie was Caesar?

A

Een belangrijke Romeinse leider die regeerde van 46 tot 44 v.Chr. en werd vermoord.

Julius Caesar speelde een cruciale rol in de overgang van de Romeinse republiek naar het keizerrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de Pax Augusta?

A

Periode van algehele vrede en voorspoed onder leiding van Augustus.

Deze periode markeert het begin van het Romeinse Keizerrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem de drie werken van Vergilius.

A
  1. Bucolica (herdersgedichten), 2. Georgica (landbouw), 3. Aeneis (heldendicht).

Vergilius wordt vaak beschouwd als de grootste Romeinse dichter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de kern van de Aeneis?

A

Aeneas’ opdracht om in Italië een nieuw vaderland te stichten voor de overlevenden van Troje.

De Aeneis is zowel een heldendicht als een politieke allegorie voor Rome.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de rol van Venus in de Aeneis?

A

Ze steunt Aeneas in zijn zoektocht naar een nieuw vaderland.

Venus is de moeder van Aeneas en speelt een belangrijke rol in zijn lot.

17
Q

Wat is de rol van Juno in de Aeneis?

A

Zij is tegen Aeneas en wil voorkomen dat hij een nieuw rijk sticht.

Juno’s wrok tegen de Trojanen is een centraal conflict in het verhaal.

18
Q

Wat is het geloof over de relatie tussen Rome en de goden?

A

De voorspoed van het Romeinse rijk hing af van een goede verstandhouding met de goden.

Dit geloof was diep geworteld in de Romeinse cultuur.

19
Q

Noem de twee werelden volgens Plato.

A
  1. Aardse wereld, 2. Wereld van ideeën of vormen.

Plato’s filosofie legt de nadruk op het verschil tussen de materiële en de ideale wereld.

20
Q

Wat is het epicurisme?

A

Geluk is een toestand van gemoedsrust, zonder pijn en verdriet, met vrienden als belangrijk.

Epicurus benadrukte het belang van vriendschap en het vermijden van angst.

21
Q

Wat is de stoa?

A

Filosofie die stelt dat alles stoffelijk is en het hoogste goed wijsheid is.

De Stoa legt de nadruk op deugdzaamheid en leven in overeenstemming met de natuur.

22
Q

Wie is Pius Aeneas?

A

Aeneas is plichtsgetrouw en trouw aan de goddelijke opdracht.

Hij belichaamt de waarden van de Stoïcijnse filosofie.