1 Flashcards
0
Q
…… Jullie geen honger?
A
Hebben
1
Q
Hij …… een nieuwe auto.
A
Heeft
2
Q
….. U een camera?
A
Heeft / hebt
3
Q
We ….. Moe.
A
Zijn
4
Q
Ik …. Heb een potlood.
A
Heb
5
Q
Jan ….. twee zussen.
A
Heeft
6
Q
Wat ….. uw naam?
A
is
7
Q
…. je vader zeeziek?
A
Hébert
8
Q
Het ….. hier te warm.
A
Is
9
Q
Jan …… 12 jaar oud.
A
Is
10
Q
Je …… te veel werk.
A
Hebt
11
Q
….. je buikpijn?
A
Heb
12
Q
Ik. ….. een boek nodig.
A
Heb
13
Q
Welke kleur ….. je nieuwe auto?
A
Heeft
14
Q
We …… hebben een kat.
A
Hebben