文法。 Flashcards
Eメール
ああ
op die manier, aldus
間
tussen
アイポッド
iPod
会う
ontmoeten: iem が ontmoet iem に
青い
blauw, groen
赤い
rood
明るい
licht, helder, klaar
秋
herfst
開く
(ietsが) gaat open
開ける
(ietsを) open doen, openen
あげる
geven: (ietsを) (aan iem に) geven
朝
ochtend
朝ごはん
ontbijt
明後日
overmorgen
足
voet, been
明日
morgen
あそこ
ginds
遊ぶ
spelen, zich amuzeren
あたたかい
warm
頭
hoofd
頭がいい
verstandig
新しい
nieuw
厚い
dik, lijvig
暑い
heet (bv zomer, buitentemperatuur)
熱い
heet (bv thee)
集まる
verzamelen
あなた
jij
兄
(mijn) oudere broer
姉
(mijn) oudere zus
アパート
flat
浴びる
zich douchen
危ない
gevaarlijk
あまり(+neg.)
niet zo
雨
regen
雨が降る
regenen
ありがとう(ございます)
dank je
ある
(ergens に) zijn, aanwezig zijn; (iets が) hebben
歩いて
te voet
歩く
te voet gaan, wandelen, lopen
いい・よい
goed
いいえ
nee
言う
(iets を)(in een taal で) zeggen
医学部
Faculteit Geneeskunde
行く
(ergens へ・に) naartoe gaan
いくつぐらい
hoeveel ongeveer? (heveelheid, aantal)
いくら
hoveel? (prijs)
医者
dokter
いす
stoel
忙しい
druk (bezet)
急ぐ
zich haasten
痛い
pijnlijk, pijn doen, pijn hebben: (iets が) doet pijn
一
één
一年生
eerstejaarsstudent
いつ(ごろ)
wanneer (ongeveer)?
いっしょに
samen met
いつも
altijd
犬
hond
今
nu
妹
jongere zus
いる
(ergens に) zijn, zich bevinden (mensen/dieren)
要る
(iets が) nodig hebben
入れる
(ergens に)(iets を) inbrengen, insteken, ingieten
いろいろ(な)
verschillende, allerlei
上
op; boven, ouder
受付
onthaal, receptie
後ろ
achter
うすい
dun
歌う
zingen
家
huis; thuis; mijn huis
うで
arm
生まれる
geboren worden
海
zee
売り場
afdeling, balie (in een werenhuis)
うるさい
luidruchtig, lawaaierig, rumoerig
うれしい
blij, gelukkig
運動する
sporten, bewegen
エアコン
airco, airconditioning