woordenschat 1 Flashcards

1
Q

huis van bewaring

A

gevangenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gegijzeld

A

vast gehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aanvankelijk

A

eerst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

rigoureus

A

groot, drastisch, ingrijpend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fenomeen

A

bijzonder iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bewind

A

besturen of beheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vermogensdelicten

A

inbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

imperium

A

(financieel) machtig bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eufemistisch

A

verbloemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

penitentiaire inrichting

A

gevangenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

derhalve

A

om die reden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

emotiehuishouding

A

regeling van je emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

banaal

A

alledaagse, gewoontjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

argeloos

A

aan geen kwaad denken (onschuldig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ogenschijnlijk

A

zoals het lijkt, blijkbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

klaploper

17
Q

schelmenroman

A

een verhaal over een opgroeiend kind dat aan de zelfkant van de samenleving leeft

18
Q

expliciet

19
Q

opgedirkt

A

“opgemaakt”, op ge tut

20
Q

anekdotiek

A

verhalen over je eigen gebeurtenissen

21
Q

onconventionele

A

anders dan gewoon

22
Q

blaaskaak

A

iemand die altijd opschept

23
Q

maatwerk

A

opmaat gemaakt, nauwkeurig

24
Q

devies

A

kernachtige uitspraak over hoe je in het leven staat

25
Q

drommen

A

dringen van een grote groep mensen

26
Q

obscuur

A

onbekend of ongunstig

27
Q

achteloos

A

zonder aandacht

28
Q

schatplichtig

A

iets als inspiratiebron gebruiken en daarom daaraan dank verschuldigd zijn

29
Q

branie

A

brutale houding

30
Q

witte raven

A

“zeer zeldzame verschijning/gebeurtenis”

31
Q

paradijsvogels

32
Q

onder financieel bewind staan