Woorden Uit Th 7 Flashcards

1
Q

Aanstekelijk

A

Iets waaraan je vanzelf mee gaat doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Amper

A

Nauwelijks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bestrijden

A

Tegengaan, zorgen dat iets niet gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Communicatiemiddel

A

Manier om informatie over te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definitief

A

Uiteindelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Emotie

A

Gevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Emotioneel

A

Iets wat veroorzaakt wordt door emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Extreem

A

Heel erg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Grondig

A

Heel goed en uitgebreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hormoon

A

Stof die door klieren in je lichaam wordt aangemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Krimpen

A

Kleiner worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rel

A

Een grote ruzie waarbij veel mensen betrokken zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Theorie

A

Iets waarvan je denkt dat het zo is, het is nog nie bewezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vastellen

A

Merken dat iets zo is, nadat je er goed op gelet hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Walgen

A

Iets heel vies vinden zodat je er bijna ziek van wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Er is geen vuiltje aan de lucht

A

Er is geen probleem. Alles is in orde.

17
Q

Op het hart drukken

A

Met nadruk aanraden