Welkom In Het Park Flashcards

1
Q

Wat weet je over het park?

A

Aangelegd door de mens

Er wonen dieren

Water: vijver en beek

Rust en stilte groen

Speeltuin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat eet een konijn in het park?

A

Gras

Kleine plantjes

Knaagt aan hakselhout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe leeft een konijn in het park ?

A

Graaft een hol

Leeft met hele familie

Niet graag alleen

Als het rustig is in het park zoeken ze eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de gelijkenissen tussen de pimpelmees en de koolmees?

A

Gele buik met zwarte streep

Groen-blauwe vleugels met witte streep

Zwarte ogen

Donkergrijze bek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de verschillen tussen de pimpelmees en de koolmees?

A

Pimpelmees heeft een :

  • witte kop met blauwe vlek en zwarte streep
  • grijze streep/vlek op hun buik

Koolmees heeft een :

  • zwarte kop met witte vlekken
  • dikke zwarte streep op buik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef een speciaal kenmerk van de plataan en de tamme kastanjeboom

A

Plataan:
Stam lijkt op legerspak

Tamme kastanje:
Veernervig blad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de gelijkenissen tussen de plataan en de tamme kastanje?

A

De groote van de boom 30m en een groot blad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is anders tussen de plataan en de tamme kastanje?

A

De knoppen en de vrucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar of niet waar?

Een park is een stuk natuurin de stad, aangelegd door de mens

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar of niet waar?

In een park leven maar weinig dieren

A

Niet waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar of niet waar?

Het park geeft de mensen in de stad een beetje rust en ruimte?

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie is het?

Deze kleine vogel heeft witte vlekken op de wangen van zijn zwarte kop

A

De koolmees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie is het?

Deze zwemvogel zie je vaak in een koppeltje in de parkvijver

A

De eend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie ben ik?

De blazdjes van dit kleine bloempje kleuren het grasperk geel

A

Boterbloem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie ben ik?

De vruchten van deze boom zitten in kleine stekelige bolletjes

A

Plataan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly