Week 7 - EU mededingingsrecht Flashcards

1
Q

waar gaat Artikel 101 VWEU, het kartelverbod in de kern over?

A

Het gaat om een collectief handelen van ondernemingen waarbij afspraken worden gemaakt over marktgedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar gaat Artikel 10 VWEU, misbruik van een machtspositie in de kern over?

A

Het gaat om een eenzijdig handelen van een onderneming waarbij misbruik gemaakt wordt van een machtspositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 4 elementen/voorwaarden kent art. 101 lid 1 VWEU?

A

1 - gaat het om “tussen ondernemingen”?
2 - Samenwerking in de vorm van:
a - overeenkomst (wilsovereenstemming door verklaring), of
b - onderling afgestemde feitelijke gedraging (OAFG), of
c - besluit van een ondernemingsvereniging (bijv. BOVAG)
3 - Beperking van de concurrentie (mededinging):
a - ertoe stekken (verbod op gedrag), of
b - ten gevolgen hebben
4 - is er invloed op de tussenstaatse handel? (is verplicht) (grensoverschrijdend effect) POTENTIEEL EFFECT VOLSTAAT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definitie van het begrip onderneming naar EU recht

A

Iedere entiteit die een economische activiteit uitoefent.

Behalve als de activiteit een typische overheidstaak is, dan is er geen sprake van een onderneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definitie economische activiteit naar EU recht (zaak Hofner)

A

Een economische activiteit is het aanbieden van goederen of diensten op een bepaalde markt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beperking van de concurrentie: Wat voor samenwerking is er en wat is de relevante markt bij de mededingingscasus?

A

Relevante markt (samenwerking tussen wie en waar?):
- Productmarkt: Uitwisselbare producten (alternatieven)?
- Geografische markt (hele wereld, hele EU, haven?):
Bv: Transactiekosten gelijk in een bepaald gebied?

Horizontale samenwerking (tussen concurrenten) of verticale samenwerking (verschillende niveau van de distributiekolom) vorm van samenwerking?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ertoe strekken - zijn hardcore restrictions

A

hardcore restrictions zijn:

  • prijsafspraken
  • afbakenen van gebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Definitie machtspositie in mededingingsrecht (Zaak United Brands)

A

Machtspositie:
“een positie die een onderneming het mogelijk maakt, zich jegens haar concurrenten, haar afnemers en, uiteindelijk, de consumenten in belangrijke mate onafhankelijk te gedragen. Een dergelijke positie ontstaat gewoonlijk wanneer een onderneming of een groep ondernemingen een groot deel van het aanbod op een bepaalde [product & geografische] markt voor haar rekening neemt” (United Brands)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is er een machtspositie afgegaan op marktaandeel

A

Marktaandeel:
≥ 75% = machtpositie!
25-75% + overige factoren = machtspositie?
< 25% ≠ machtspositie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is er sprake van misbruik (van een machtspositie)

A
  • Opleggen van onbillijke prijzen/contractuele voorwaarden (predatory pricing)
  • Beperken van de productie, etc. t.n.v. verbruikers (rufusal to supply)
  • Toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijk-waardige prestaties (discriminatory pricing)
  • Overeenkomsten, afhankelijk van aanvaarding van bijkomende prestaties (tying & bundling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Productmarkt:

A

Een relevante productmarkt omvat alle producten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling verwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geografische markt

A

“De relevante geografische markt is het gebied waarbinnen de betrokken ondernemingen een rol spelen in de vraag naar en het aanbod van goederen of diensten, waarbinnen de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden doordat daar duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly