Week 2 - Projectsucces en doelen Flashcards
1
Q
Welke vier fasen zijn er in een project en wat houden ze in?
A
- Initiatief = vanaf het moment dat de opdrachtgever op zoek gaat naar een projectleider. Er wordt bepaald of het project bestaansrecht heeft. Het wordt afgesloten met een formeel document (de projectbrief: de scope).
- Definitie = het team wordt gevormd. Er worden afspraken gemaakt: afbakening, kwaliteitseisen, PSU, ondertekening contract.
- Uitvoering = concreet werken aan het projectresultaat (ontwerp, voorbereiding, realisatiefase)
- Afsluiting = formele oplevering & evaluatie
2
Q
Noem een aantal factoren waar op gelet moet worden bij aanvang van het project:
A
UPGRADE-R
- Uitdaging = duidelijke formulering van “het probleem” (hoewel dat negatief gezegd is)
- Aanleiding = de gebeurtenis die het project acuut maakt (waarom NU?)
- Doelstelling = wat wil je bereiken?
- Projectresultaat = tastbaar (Wat is er straks klaar?)
- Afbakening = Wat hoort niet bij het projectresultaat?
- Effecten = De consequenties die de uitvoering van het project in de ruimste zin kan hebben, naast het bereiken van de boogde doelen. (Bedoeld vs. onbedoeld & positief vs. Negatief)
- Gebruikers = doelgroep
- Randvoorwaarden = Waar moet aan worden voldaan?
- Relatie met andere projecten
3
Q
Wat is een krachtenveld analyse en wat doe je hiermee?
A
Krachtenveldanalyse, brengt je als team in beeld:
- Hoe de verschillende belanghebbenden tegenover het project staan
- Wat voor belangen zij hebben bij het project
- Hoe alle betrokkenen partijen tot elkaar staan
4
Q
Wat is het stappenplan voor het uitvoeren van een krachtenveld analyse?
A
- Trek de lijnen van de projectkaart
- Maak een lijst van alle stakeholders
- Onderzoek de houding of energie van de stakeholders ten opzichte van het project
- Plaats de stakeholders op de projectkaart
- Vertegenwoordig de relaties tussen de stakeholders
- Bespreek de risico’s
- Maak een plan.