Week 1/2 Flashcards
type th-cellen
Th1 helpt vnm Tc-respons
Th2 helpt vnm B-cel respons
verschillende bronnen antigeen HLA
HLA-I: antigeen uit cytosol
HLA-II: exogeen antigeen
welke receptoren zijn opsonine receptoren
- Fc –> herkennen constant deel Ig
- complement > zorgen voor CDC
wat is een belangrijke producent van IFN-γ
de NK-cellen, IFN-γ is een belangrijke activator van macrofagen
aan welke t-cellen produceren de verschillende HLA-types
HLA-I aan CD8+
HLA-II aan CD4+
verschil in cellulaire expressie HLA
type I: alle kernhoudende cellen behalve geslachtscellen en erytrocyten
type II: gespecialsieeerde APC cellen
is IL-10 dominant anti of pro-inflammatoir, en IL-6
IL-10 anti
IL-6 pro
verschillende productie mechanismen cytokinen
- aanwezig op membraan > in circulatie door enzym-act.
- aanwezig in vesikels > in circulatie door degranulatie
- aanwezig in cytosol als pro-cytokine > activatie door inflammasoom
- de novo transcriptie na cel activatie (langstdurend)
plasmacytoide dendritische cel
is een belangrijke IFN-α producent bij virusinfecties
functie chemokines en waar worden ze geproduceerd
zijn cytokines die zorgen voor aantrekking, worden geproduceerd door parenchymcellen en (inflammatoire) leukocyten
redundantie
= cytokines hebben overlappende functies. Het ene cytokine kan dus min of meer kunnen worden vervangen door een ander cytokine. (IL-1 IL-6 TNF alfa)
pleiotroop
= 1 cytokine beïnvloedt meerdere celtypen en heeft uiteenlopende effecten. Er is maar 1 receptor maar afhankelijk van het celtype en de concentratie zijn er verschillende effecten.
Soorten cytokines (cel-bewegers)
- Groeifactoren
- Chemokines
- Interleukines
- IFN
type 1 IFN respons
Bij een infectie wordt IFN-β gemaakt activeert via INF-R de buurcelen en stimuleert eigen aanmaak IFN-α samen hebben ze de functie:
• Remming van virale replicaties
• Stimuleren NK-cellen
• Verbetering gevoeligheid NK-cellen (door een verhoogde expressie van liganden voor receptoren op NK-cellen)
ontwikkelingen omtrent T-cellen
TCR: δ γ β α
T-cel: DN > DP > SP
(Ig): zware keten > lichte keten (κ > λ)