week 1/2 Flashcards
Rabobank/X (Pluraliteit van schuldeisers)
Voor een faillietverklaring geldt als eis dat summerlijk blijkt van een steunvordering (Pluraliteitsvereiste). Het faillissement heeft immers het doel het vermogen van de schuldenaar te verdelen onder de gezamenlijke schuldeisers.
een dergelijke steunvordering hoeft niet opeisbaar te zijn, en de omvang hoeft niet vast te staan.
staat/v (pluraliteit van schuldeisers)
meerdere vorderingen van de staat? -> geen pluraliteitsvereiste indien geen rechtspersoonlijkheid.
Hoekstra q.q. / pro ce (Curator als belanghebbende)
Het verzet komt, in geval van een op eigen aangifte van een rechtspersoon
uitgesproken faillietverklaring, slechts dan voor gegrondverklaring in aanmerking indien
sprake is van een boedel die (nagenoeg) geen activa omvat en er geen enkele aanleiding
bestaat voor de verwachting dat in het faillissement, bijvoorbeeld met toepassing van art. 42
Fw of art. 2:9 BW, activa zullen kunnen worden gegenereerd. In dat geval zal kunnen worden
aangenomen dat (het bestuur van) de rechtspersoon de bevoegdheid aangifte tot
faillietverklaring te doen — en daarmee de te benoemen curator te belasten met de
werkzaamheden die tot beëindiging van het bestaan van de rechtspersoon moeten leiden
zonder dat de curator voor zijn werkzaamheden een vergoeding tegemoet kan zien — heeft
misbruikt.
maclou
Deze norm komt hierop neer
dat een curator behoort te handelen zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over
voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet
verricht.
prakke/gips (invulling maclou)
De curator heeft in beginsel beleidsvrijheid. hij richt zich naar het belang van de boedel van de vennootschap en doet dit naar eigen inzicht. Indien sprake is van een regel; geen vrijheid en dus sneller aansprakelijkheid.
De Klerk q.q. en El Ayoubi pro se/X
Op zichzelf betoogt onderdeel III terecht dat sprake is van schending van een
verplichting die volgt uit een voor de failliet geldende overeenkomst en dat uit zo’n
schending op zichzelf nog geen persoonlijke aansprakelijkheid van de curator volgt. Hier is
echter sprake van een ‘actieve’ schending door de curator van een voortdurende verplichting
die bestaat uit een nalaten (zie hiervoor in 3.4.2). Een zodanige verplichting rust (ook) op de
curator in diens hoedanigheid (zie hiervoor in 3.4.2) en moet – anders dan het onderdeel
betoogt – worden aangemerkt als een tot de curator gerichte ‘regel’ als bedoeld in het arrest
Prakke/Gips.
3.5.4 De omstandigheid dat een curator bij zijn gebondenheid aan regels niet de in het arrest
Prakke/Gips bedoelde beleidsvrijheid heeft, betekent nog niet dat het enkele niet naleven
van die regels steeds tot zijn persoonlijke aansprakelijkheid leidt. Het hof heeft in het
partijdebat en de omstandigheden van dit geval aanleiding gezien om te onderzoeken of – en
te oordelen dat – de curator in dit geval tevens een persoonlijk verwijt trof. Anders dan
onderdeel II kennelijk betoogt, heeft het hof hiermee niet blijk gegeven van een onjuiste
Stille bewindvoerders Ruwaard van Putten
De beoordeling van de persoonlijke aansprakelijkheid van de in art. 68 e.v. Fw bedoelde
curator dient steeds te geschieden aan de hand van de Maclou-norm, ook indien hij
voorafgaand aan de faillietverklaring als beoogd curator van de schuldenaar is opgetreden.
Bij de toepassing van de Maclou-norm komt, in voorkomend geval, betekenis toe aan
hetgeen de curator in de fase voorafgaand aan het faillissement als beoogd curator heeft
gedaan en nagelaten en aan de kennis die hij in die hoedanigheid heeft verworven.
Sigmacom II
De curator dient ook bredere maatschappelijke belangen mee te wegen in zijn belangenafweging. denk aan werknemers belangen en de continiteit van de onderneming, zelfs wanneer dit de positie van de individuele schuldeiser (kan) schaden.
HSK/Bosma (rechtsmiddelen)
appelrechter mag zelf beoordelen of summierlijk blijkt van vorderingsrecht aanvrager.
In geval verzet ligt dit anders, want zelfde instantie.
11 november (rechtsmiddelen week 1)
de curator dient terughoudend gebruik te maken van zijn bevoegdheden in het geval een vonnis tot faillietverklaring is vernietigd, maar nog niet onherroepelijk is.