W3: Europese Maatschappij in de Renaissance (H12) Flashcards
1
Q
Patronage
A
- steun
- financiële hulp voor kunstenaars en schrijvers door steden, groepen, individuen
- vaak voor specifieke projecten
2
Q
Communes
A
- gezworen verenigingen van vrije mannen in Italiaanse steden.
- geleid door kooplieden gildes
- zochten politieke en economische onafhankelijkheid van lokale edelen
- samenvoeging van de handelaar elite en de Italiaanse adel –> machtige oligarchie
- vaak onstabiel door rivaliteit van machtige families
3
Q
Popolo
A
- rechteloos gewoon volk
- haatte het dat ze uitgesloten werden van macht
- werden zwaar belast
4
Q
Signori
A
- overheid met eenmansregel (door een man geruled)
- hielden de instituties van gemeenschappelijke overheden in plaats maar hadden in praktijk geen macht
- 15 en 16e eeuw signori en oligarchs transformeren hun huizen naar hoven
5
Q
Courts
A
- prachtige paleizen waar signori en andere heersers leefde
- plek om zaken te doen
- ondersteunde kunst
6
Q
Medici
A
- machtige bankiersfamilie
- heerste 3 eeuwen in Florence
7
Q
Condotierri
A
- militaire leiders met hun eigen leger
- namen vaak de politieke macht over nadat ze de bestaande overheden hadden afgestoten
8
Q
Gevolg van niet consolideren van de Italiaanse stadstaten
A
- eeuwen van onderdrukking van Italie door indringers van buitenaf
9
Q
diplomatie
A
- door italie uitgevonden
10
Q
Savonarola
A
- dominicaanse monnik
- ## stoot medici van ‘troon’
11
Q
1494
A
Fr valt Milaan binnen nadat ze hulp hadden gevraagd voor het tegen gaan van Venetië en Florence , die wilde territorium innemen
12
Q
Waardoor werd de Renaissance gekarakteriseerd
A
- zelfbewuste overtuiging onder geschoolde Italianen dat ze in een nieuwe tijd leefde
- berust op een diepe interesse in de oude Grieks-Romeinse cultuur
- door oude klassieke te reflecteren ontwikkelde ze nieuwe begrippen van menselijke natuur
13
Q
Hoofd intellectuele component van de Renaissance
A
- Humanisme
14
Q
Humanisme
A
- een studie programma ontworpen door de italianen
- Benadrukte de kritische studie van het Latijnse en Griekse literatuur
- doel: beter begrip van menselijke natuur
15
Q
Giorgio Vasari
A
- Eerste die ‘Renaissance’ op papier noemt