Vuurwerk Flashcards

1
Q

Iets in beslag nemen

A

Iets officieel van iemand afpakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In omloop zijn

A

In gebruik zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

personaliseren

A

Persoonlijk maken, aanpassen aan de persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uitlokken

A

Een ander aanzetten tot een strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onderscheppen

A

Zorgen dat iets niet op de plaats komt waar het naartoe moet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het speerpunt

A

Een punt waar je je speciaal op richt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Instabiel

A

Niet stevig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De capaciteit

A

Wat een bedrijf of instelling maximaal kan doen aan werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Opereren

A

Werken, handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het delict

A

Het strafbare feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly