Vocabularium - Vergilius Aeneis 1 (De Storm - Deel 1) Flashcards
1
Q
Cavus
A
A, um - hol
2
Q
Convertere
A
Verti, versum - omkeren
3
Q
Cuspis
A
Idis, v - drietand
4
Q
Latus
A
Eris, o - zijde, flank
5
Q
Ventus
A
I - wind
6
Q
Velut(i)
A
Zoals; als het ware
7
Q
Agmen
A
Inis, o - kolonne
8
Q
Ruere
A
O, rui, rutum - vooruitstormen; neerstorten
9
Q
Turbo
A
Inis, m - draaikolk; wervelwind
10
Q
Perflare
A
O, avi, atum - waaien; blazen door/over
11
Q
Incumbere
A
O, cubui, cubitum - zich neerleggen; zich storten op
12
Q
Sedes
A
Is, v - zitplaats; verblijfplaats; fundament
13
Q
Imus
A
A, um - diepste; onderste
14
Q
Una
A
Samen
15
Q
Eurus
A
I - zuidoostenwind