VOC 6A Flashcards
1
Q
De receptie
A
La réception
2
Q
Zich inschrijven
A
s’inscrire
3
Q
Meedoen aan
A
Participer à
4
Q
De activiteit
A
L’activité
5
Q
De voornaam
A
Le prénom
6
Q
Te, te veel
A
Trop
7
Q
Helemaal
A
Tout à fait
8
Q
Natuurlijk
A
Bien sûr
9
Q
Helemaal niet
A
Pas du tout
10
Q
De volgende dag
A
Le lendemain
11
Q
Zoals je wilt
A
Comme tu veux
12
Q
Ik kom uit
A
Je viens de
13
Q
Ik zie
A
Je vois
14
Q
Ik zou graag willen
A
Je voudrais
15
Q
Fijne dag verder
A
Bonne journée