Verschillende onderwerpen Flashcards
1
Q
Subjonctif present
A
Tijd met que meestal en vervoeging
E
Es
E
Ions
Iez
Ent
2
Q
Negation
A
Negatief gwn
3
Q
Les indéfinis
A
Negatieve shit ma dan zonder ne het is om dingen aan te duiden
4
Q
Phrase avec si
A
Hoofd zin met si bijzin niet met si
5
Q
pronom relatifs
A
qui que dont où
6
Q
pronom personel
A
sujet: je tu il nouw vouw ils
cod: me te le/la nous vous les
coi me te lui nous vous leur
en bij de
y bij een plaats