vaktaal H1 psy Flashcards
1
Q
complotdenken
A
de overtuiging dat iets het gevolg is van een geheim plan.
2
Q
emotie
A
een kortdurende en intense reactie op een prikkel die we belangrijk vinden.
3
Q
geheugen
A
het vermogen om je dingen te herinneren
4
Q
motivatie
A
de innerlijke kracht die het individu stimuleert tot bepaald gedrag.
5
Q
referentiekader
A
het geheel van persoonlijke waarden, normen, overtuigingen, kennis en ervaring dat we tijdens ons leven opbouwen en dat een belangrijke rol speelt bij de waarneming en beoordeling van onze omgeving.