Vaatfunctie van arteriën Flashcards

1
Q

oorzaken arteriële obstructie

A

atherosclerose
hypertensie
vasculitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stabiele plaque

A

dikke fibrotische cap die zich over lipide kern heeft gevormd
groter risico op obstructie van lumen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

instabiele plaque

A

dunnere fibrotische cap over lipide kern heen
groot risico op ruptuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

determinanten omslagpunt tussen reversibele en irreversibele celschade

A

type weefsel
duur zuurstoftekort
alternatieve bloedtoevoer
volledige versus partiële vaatobstructie
acute versus geleidelijke obstructie
acute versus geleidelijke reperfusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is bij de halsslagader volledige obstructie gunstiger dan partiële obstructie?

A

Bij partiële obstructie kunnen er bloedpropjes losgelaten worden richting de hersenen > veel schade.
bij volledige obstructie kan de halsslagader aan andere kant hals de bloedvoorziening overnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ischemische preconditionering

A

obstructie ontstaat geleidelijk, dus weefsel kan zich voorbereiden op periode van ischemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ischemische postconditionering

A

lichaam kan plotseling reperfusie slecht verdragen, geleidelijke perfusie kan grootte van infarct beperken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly