Tekstverbanden En Signaalwoorden Hoofstuk 2 &3 Flashcards

1
Q

wat zijn de signaal woorden van Doel-middelverband

A

Aan de hand van, zodat, om te, door middel van, met, met behulp van, middels, opdat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aan de hand van, zodat, om te, door middel van, met, met behulp van, middels, opdat. Wat is het verband.

A

Doel-middelverband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn signaalwoorden van samenvattend verband

A

Kortom, samengevat, met andere woorden, al met al.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kortom, samengevat, met andere woorden, al met al. welke tekstverband geven deze woorden aan?

A

Samenvattend verband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke signaalwoorden heeft voorwaardelijk verband

A

Als(…dan), indien, tenzij, wanneer, mits

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Als(…dan), indien, tenzij, wanneer, mits. welk verband is dit.

A

Voorwaardelijk verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke signaalwoorden heeft toegevend verband.

A

Ook al, zij het (dat), weliswaar, (al) hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ook al, zij het (dat), weliswaar, (al) hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin. welke signaal woorden geeft dit verband aan?

A

Toegevend verband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke signaalwoorden heeft doel-middelverband?

A

Aan de hand van, zodat, om te, door middel van, met behulp van, middels, opdat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Aan de hand van, zodat, om te, door middel van, met behulp van, middels, opdat. Welk tekstverband hoort hierbij?

A

Doel-middelverband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke signaalwoorden heeft Samenvattend verband.

A

Kortom, samengevat, met andere woorden, al met al.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kortom, samengevat, met andere woorden, al met al. welke tekstverband hoort hierbij?

A

Samenvattend verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke signaalwoorden heeft voorwaardelijk verband?

A

Als (…dan), indien, tenzij, wanneer, mits.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Als (…dan), indien, tenzij, wanneer, mits. welk tekstverband hoort hierbij?

A

Voorwaardelijk verband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke signaalwoorden heeft toegevend verband.

A

Ook al, zij het (dat), weliswaar, (al) hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ook al, zij het (dat), weliswaar, (al) hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin. welk tekstverband hoort hierbij?

A

Toegevend verband.