Tekst Begrippen Flashcards
Aanbeveling (rekomendashon)
De schrijver geeft een goede raad of advies
Aanleiding (motibu)
Omstandigheid of gebeurtenis die de schrijver ertoe gebracht heeft zijn tekst te schrijven.
Achtergrond (base, fondo)
Dieperliggende oorzaak
Activeren (aktivo)
Iemand aansporen om iets te doen
Afweging (konsiderashon)
De schrijver beoordeelt de voor- en de nadelen en maakt zo een keuze
Alternatief (otro opshon)
Een andere mogelijkheid/ verklaring/ oplossing
Amuseren (entretené, dibertí)
Vermaken, iemand plezier geven
Anekdote (anékdote)
Kort, vaak leuk verhaal dat vaak als voorbeeld of introductie wordt gebruikt
Argument (argumento)
Een goede reden om je mening te ondersteunen
Feiten
Argumenten die te controleren zijn
Ervaring/ empirisch
Argument op basis van iets wat je hebt meegemaakt/ beleefd
Geloof/ religie
Argument op basis van principes of religieuze overtuiging
Gevolgen
Argument op basis van de consequenties die volgen als je iets wel/ niet doen
Gezag/ autoriteit
Argument op basis van de deskundigheid van een persoon
Intuïtie/ gevoel
Argument op basis van wat je gevoelens je vertellen
Nut/ gewenst gevolg
Argument op basis van wat voor voordeel iets heeft
Analogie/ vergelijking
Argument op basis van wat de overeenkomsten zijn
Argumentatie (argumentashon)
Bewijsvoering, reeks argumenten