Set 10 Flashcards

Woordjes Set 10

1
Q

Ze zal gedaan zijn tegen drie uur in de namiddag

A

It will have finished by 3 pm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe laat is het nu?

A

What time is it now?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het is kwart voor 10 / Kwart over 10

A

It’s a quarter to 10 / A quarter past 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De notulen / het verslag van de vergadering

A

The minutes of the meeting / the meeting report

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Plaatsvinden

A

To take place

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Drie punten op de agenda van de vergadering

A

Three items / topics on the (meeting) agenda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mijn agenda

A

My diary

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 problemen / kwesties die we moeten aanpakken

A

2 issues that / which we have to / need to / must tackle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aan het begin van het tweede kwartaal / op het einde van het derde kwartaal

A

At the beginning / start of the second quarter / at the end of the third quarter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ik ga volledig akkoord met u over dit contoversiële milieurapport

A

I completely agree with you on this controversial environmental report

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ik ga helemaal niet akkoord met u over dit controversiële milieurapport

A

I don’t agree with this controversial environmental report

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De analyse is gebaseerd op een willekeurig staal

A

The analysis is based on a random sample

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Volgens

A

According to

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Volgens mij

A

In my opinion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cijfers juist citeren

A

To cite the figures correctly

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Afhangen van

A

To depend on

17
Q

Rekening houden met de neveneffecten

A

To take into account the side effects

18
Q

Een significante verbetering melden

A

To report a significant improvement

19
Q

Het is anders. Er is een verschil.

A

It’s different. There is a difference.

20
Q

… verkiezen boven …

A

to opt for / prefer … over …

21
Q

Reclameborden

A

Billboards

22
Q

We zullen kijken naar de vereisten

A

We will look at the requirements

23
Q

De evolutie opvolgen

A

To follow up / monitor the evolution

24
Q

Het probleem oplossen / afhandelen om een mislukking te vermijden

A

To take care of the issue / problem to avoid a failure

25
Q

Besluiten - Een besluit

A

To conclude - A conclusion

26
Q

Controleren, verifiëren - Een controle

A

To verify - A verification

27
Q

Verwachten - Een verwachting

A

To expect - An expectation

28
Q

Bevestigen - Een bevestiging

A

To confirm - A confirmation

29
Q

Veranderen - Een verandering

A

To change - A change

30
Q

Verbeteren - Een verbetering

A

To improve - An improvement

31
Q

Berekenen - Een berekening

A

To calculate - A calculation

32
Q

(uit)eindelijk

A

At last / finally

33
Q

Een half uur te laat / anderhalf uur te laat

A

Half an hour late / an hour and a half late

34
Q

Ten minste 2 rapporten

A

At least two reports

35
Q

Ten laatse om 5 uur

A

At / by 5 pm at the latest

36
Q

Op de vergadering

A

At the meeting

37
Q

Er werd gezegd dat…

A

It was said…

38
Q

Het werd bevestigd dat…

A

It was confirmed that…

39
Q

Er werd voorgesteld om…

A

It was proposed that…