Rechtvaardigingen

Question 1

Immoreel gedrag rechtvaardigen

Answer 1

als we een ander schade aan doen, is dit in strijd met ons morele kompas. Dit moeten we dan ook te zien rechtvaardigen.

De slechte daad is niet goed voor ons zelfbeeld. We proberen de cognitieve dissonantie te verkleinen door het slachtoffer te ‘ontmenselijken’. Dit doe je dan door te denken ‘de persoon verdiende dit’.

We zijn dus in staat tot extreem wreed gedrag, doordat we dit voor onszelf kunnen goedpraten.

Question 2

Het Benjamin Franklin effect

Answer 2

een situatie waarin we hulp vragen aan een collega.

Het vragen van hulp geeft deze collega het idee, dat wij verwachten dat de collega meer kennis heeft over een onderwerp of bijvoorbeeld meer vaardigheid in een bepaalde handeling.

Het maakt dat de collega zich gewaardeerd voelt door je, waardoor deze sneller geneigd zal zijn om nog eens te helpen

Question 3

Zelfrechtvaardiging

Answer 3

neiging om de eigen acties te rechtvaardigen om daarmee het gevoel van zelfwaardering in stand te houden

Question 4

Zelfoverreding

Answer 4

langdurige vorm van attitudeverandering die het gevolg is van zelfrechtvaardiging.

Question 5

Rechtvaardiging van inspanning

Answer 5

neiging om iets waar je hard voor hebt gewerkt, aantrekkelijker te gaan vinden.

Question 6

Hypocrisie-inductie

Answer 6

methode waarbij mensen een stelling moeten innemen die tegen hun gedrag ingaat, en die hen herinnert aan de inconsistentie tussen wat ze zeggen en wat ze doen, met als doel om meer verantwoord gedrag bij hen uit te lokken.

Je maakt iemand duidelijk dat hoe diegene handelt, in strijd is met wat diegene verkondigt.