Recht - termen Flashcards

1
Q

Arrest

A

De uitspraak van een rechter in beroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Betekenen

A

Het officieel bezorgen van documenten door een gerechtsdeurwaarder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beslag

A

Op bevel van de rechter eigendom(men) van iemand afnemen. Eventueel om ze te verkopen en met de opbrengst een van de partijen te betalen.
Dit wordt veelal uitgevoerd door de gerechtsdeurwaarder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cassatie

A

Beroep -> Dit kan enkel als de procedureregels niet juist toegepast werden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Conclusies

A

Schriftelijke argumenten die advocaten tijdens een proces indienen bij de rechter om hem te overtuigen van het gelijk van hun cliënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dagvaarden

A

Iemand via een officieel document (= dagvaarding) dat door een gerechtsdeurwaarder afgeleverd wordt, voor de rechter dagen (= uitnodigen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eerste aanleg

A

De eerste procedure/ proces, dat men voert over een geschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kortgeding

A

Procedure die heel snel start én waarin de rechter snel een beslissing neemt omdat de zaak waarover hij moet beslissen heel dringend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Magistraten

A

Leden van de magistratuur. De ‘Staande Magistratuur’ is het OM, de ‘Zittende Magistratuur’ zijn de rechters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Misdrijf

A

: Een inbreuk op de Strafwet.
 Een overtreding is een misdrijf waarop 1 tot 7 dagen gevangenisstraf staat.
 Een wanbedrijf is een misdrijf waarop 8 dagen tot 5 jaren gevangenisstraf staat.
 Een misdaad is een misdrijf waarop meer dan 5 jaar gevangenisstraf staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Procedure (of Proces):

A

Het geheel van alle stappen die men zet om een rechter te laten beslissen over een geschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Raadsheer

A

Een rechter in beroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Raad van State

A

Rechtbank waar men beslissingen van de overheid die de wet schenden, kan aanvechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Strafuitvoeringsrechtbank

A

Rechtbank die verantwoordelijk is voor (de controle op) de uitvoering van straffen (bv. de uitvoering van gevangenisstraffen, vervroegde invrijheidsstelling, elektronisch toezicht, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verstek

A

Wanneer een partij, noch diens advocaat, komt opdagen voor een proces dan laat ze verstek gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verweer

A

Alles wat de verweerder aanhaalt tijdens een proces om zich te verdedigen tegen wat de eiser vertelt.

17
Q

Verzet

A

Een persoon die veroordeeld is bij verstek, kan door verzet aan te tekenen een nieuwe beslissing vragen aan de rechter.

18
Q

Verzoekschrift

A

Een document waarmee een partij de tegenpartij vraagt (verzoekt) om voor de rechter te verschijnen om een geschil voor te leggen. Een verzoekschrift wordt door de griffier in een gerechtsbrief opgestuurd naar de verweerder

19
Q

Vonnis

A

Een uitspraak van de rechter in Eerste Aanleg

20
Q

Vordering (of eis)

A

Datgene wat de eiser vraagt aan de rechter

21
Q

Zitting

A

Het moment, of de momenten, waarop over het geschil gepraat wordt bij de rechter