Pluriforme Samenleving Flashcards

1
Q

Pluriforme samenleving

A

Een samenleving waarin mensen van verschillende sociale klassen, godsdiensten en levensstijlen samenleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Poldermodel en pacificatiedemocratie

A

In Nederland heerst een cultuur van compromissen sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Conformisme

A

Verlangen om zich aan te passen aan de opvattingen en gedragingen van de meerderheid in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Polarisatie

A

Tegenstellingen tussen groepen worden groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cultuur

A

Alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gedragsregulerend

A

Doet het gedrag van mensen geordend en voorspelbaar verlopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dominante cultuur

A

Het geheel van waarden, normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen een samenleving wordt geaccepteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Subcultuur

A

Normen en waarden wijken af van de dominante cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tegencultuur

A

Verzet zich tegen de dominante cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Socialisatie

A

Je krijgt bewust en onbewust waarden, normen en andere cultuurkenmerken aangeleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sociale controle

A

Mensen stimuleren of dwingen anderen zich aan de norm te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Formele sociale controle

A

Wetten en arbeidscontracten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Informele sociale controle

A

Positieve en negatieve sancties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Machtsafstand

A

De omgang met gezag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onzekerheidsverwijding

A

Hoeveelheid zekerheid die nodig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Etnocentrisme

A

Een manier van kijken waarbij de eigen groep wordt gezien als het middelpunt van alles ~William Graham Sumner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Xenofobie

A

Vijandigheid tegen mensen van een andere etnische groep

18
Q

Pushfactor

A

Redenen om je eigen land te verlaten

19
Q

Pullfactor

A

Factoren die een nieuw land aantrekkelijk maken

20
Q

Allochtoon

A

Hij/Zij zelf, of ten minste één van van de ouders is in het buitenland geboren

21
Q

Autochtoon

A

Iedereen die in Nederland is geboren en van wie de (groot)ouders ook hier zijn geboren en opgegroeid

22
Q

Klassieke migratielanden

A

Verenigde Staten, Canada en Australië

23
Q

Arbeidsmigranten

A

Mensen die gemotiveerd worden door de mogelijkheid zich economisch te verbeteren

24
Q

Postkoloniale migranten

A

Mensen die na de onafhankelijkheid van voormalige koloniën wegtrekken

25
Q

Gezinsherenigers of -vormers

A

Immigranten die zich aansluiten bij gezinsleden of met een Nederlander trouwen

26
Q

Vluchtelingen

A

Mensen die vervolgd worden vanwege hun geloof, politieke overtuiging, seksuele geaardheid of als ze op de vlucht moeten vanwege oorlogsgeweld

27
Q

Illegalen

A

Mensen die geen wettige toestemming hebben om hier te wonen en te werken

28
Q

Rijksgenoten

A

Inwoners uit de kolonies

29
Q

Gezinshereniging

A

Mensen die legaal in Nederland verblijven en hun gezinsleden laten overkomen

30
Q

Gezinsvorming

A

Een Nederlander of iemand met een verblijfsvergunning die met een buitenlander trouwt en hier een gezin sticht

31
Q

Remittances

A

Geld dat wordt overgemaakt naar het land van herkomst

32
Q

Vervreemding

A

Mensen voelen zich niet thuis in hun omgeving

33
Q

Vermijding

A

Een nieuwe werkelijkheid uit de weg gaan

34
Q

Segregatie

A

Het ruimtelijk uit elkaar groeien van bevolkingsgroepen

35
Q

Historische canon

A

Lijst van vijftig onderwerpen die een overzicht geven van wat iedereen zou moeten weten over de Nederlandse geschiedenis en cultuur

36
Q

Juridische uitleg van gelijke behandeling

A

Iedereen mag zijn eigen opvattingen hebben

37
Q

Normatieve uitleg van gelijke behandeling

A

Handelen zoals je behandeld wilt worden

38
Q

Overtuigingsethiek

A

Direct handelen zonder je te bekommeren over de gevolgen

39
Q

Verantwoordelijkheidsethiek

A

Nadenken over de mogelijke gevolgen van de keuzes die je maakt

40
Q

Protectionisme

A

De hang naar afsluiting

41
Q

Internationalisme

A

Het streven naar openheid