parlementaire democratie Flashcards
politiek
het maken van keuzes waaraan alle burgers in een staat zijn gebonden
algemeen belang
het belang van iedereen, iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken
democratie
bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming
directe democratie
burgers voeren direct oefening uit op de besluitsvorming
referendum
een volksstemming over een bepaalde politieke kwestie
indirecte democratie
het volk neemt niet de beslissingen maar kiest welke vertegenwoordigers die beslissingen maken
parlementaire democratie
gekozen vertegenwoordigers vormen samen het parlement. zelfde als een indirecte democratie
persvrijheid
journalisten bepalen zelf welk nieuws ze uitbrengen, ze hebben geen toestemming nodig van de overheid
autoritair regime
wanneer alle macht in handen is van één persoon (dictator), een familie, een kleine groep mensen, een partij of militairen
dictatuur
volledig autoritair regime
machtenscheiding
scheiding van machten ook wel trias politica genoemd
oppositiepartijen
oppositiepartijen zijn partijen die niet in de regering zitten
censuur
overheidscontrole van media
ideologie
een verzameling ideeen over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best met elkaar kunnen samenleven
links (partij)
overheid moet actief ingrijpen om de ongelijkheid tussen mensen te verminderen
rechts (partij)
partijen vinden dat mensen zelf meer verantwoordelijk moeten zijn over beter bestaan, de overheid moet zich daar niet te veel mee bemoeien
politieke middelen
de ideologie zit tussen links en rechts in
liberalisme
persoonlijke en economische vrijheid, individuele verrantwoordelijkheid en tolerantie
socialisme
iedereen moet gelijk zijn en de overheid moet daarvoor zorgen
sociaal democratie
nieuwe naam voor socialisme
confessionalisme
baseert zich op geloof,
maatschappelijk middenveld
organisiaties die tussen burgers en overheid staan
ecologisme
politieke stroming die vind dat de belangrjkste taak van de mens is om voor de aarde te zorgen
populisme
politiek bedrijven, komen op voor belangen van de ‘‘gewone’’ burgers en willen nadrukkelijk de ‘‘stem van het volk’’ laten horen
nationalistische
houd van alleen eigen land, geen immigratie en tegen inmenging
progressief
politieke vooruitstekkenvend, maatschappij wilt veranderen
conservatief
behoudend
actiegroepen
groepen die één bepaald doel willen bereiken
belangengroepen
verdedigen de belangen van één bepaalde groep
politieke partij
een groep mensen met globaal hetzelfde idee over een goede samenleving
one-issue partij
vertegenwoordigen één specifieke doelgroep (bbb, 50plus)
niet-democratische partijen
partijen die geen democratie willen (geen van in NL)
representatief
ideeen goed vertegenwoordigen
actief kiesrecht
je gaat kiezen, je mag kiezen vanaf 18 jaar
passief kiesrecht
het recht om je verkiesbaar te stellen
lijsttrekker
de bekendste kandidaat van een partij
spindoctors
communicatiedeskundigen die kandidaten adviseren over een zo positief mogelijk imago
zwevende kiezers
kiezers die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen
opiniepeilingen
peilingen waarin staat op welke partij mensen gaan stemmen
evenredige vertegenwoordiging
alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels
districten- of meerdheidsstelsel
kandidaat die in het district het meeste stemmen haalt
regering
bestaande uit de koning en de ministers
kabinet
bestaande uit de ministers en de staatssecratissen, verantwoordelijk voor alle besluiten in de landelijke politiek
minister
politiek verantwoordelijk voor een bepaalds terein